Het ABB was dit keer te gast bij de zomerborrel van Lexence in het voormalige ING-hoofdkantoor op de Zuidas. Dat is een pand met een smoel, en de borrel bleek niet minder. Wij troffen jonge, frisse advocaten en genoten van champagne met aardbeien en vruchtenpunch.
Tekst: Nick van den Hoek en Quirine des Tombe
In het voorjaar werden we uitgenodigd voor dé zomerborrel van Lexence. Meer dan anders bleek dit een toepasselijke naam, de borrel is namelijk op de warmste (en mogelijk de enige echt warme) dag van 2017. Zo benauwd als het buiten is, zo open voelt het binnen. Op de zesde verdieping van het voormalige ING-hoofdkantoor, in de volksmond ook al langer bekend als de schoen, de kruimeldief, het strijkijzer dan wel de klapschaats, worden we enthousiast ontvangen door advocaat partner Timo Jansen en manager Business Development Stella Donselaar. Op de vraag of het (relatief) nieuwe pand bevalt, antwoordt Jansen dat hij blij is dat het een pand met smoel is. Nu eens kijken of de borrel ook smoel heeft.
Bruine kroeg
Bij binnenkomst valt meteen op dat, hoewel de dresscode niet casual is, de sfeer dat wel is. De dik gevoerde gordijnen en de houten bar creëren de sfeer van een bruine kroeg, waardoor iedereen al met één been in het weekend lijkt te staan. De borrel is drukbezocht, met name door jonge, fris ogende advocaten. Met het overwerken valt het kennelijk wel mee bij Lexence, althans men weet in ieder geval de gezichten in de plooi te houden. Verder is het secretariaat, zo merkt Donselaar op, ook goed vertegenwoordigd; dat is natuurlijk altijd gezellig!
Aan drank en goede happen ontbreekt het hier ook niet. De biertjes worden deze vrijdag getapt door de sectie Corporate Litigation, en die blijkt naast fluitjes uitstekend halve liters te kunnen tappen. Jansen vertelt dat elke partner een keer in de zoveel tijd bardienst heeft met diens sectie, maar dat hij vanwege het feit dat hij het ABB ontvangt, deze keer aan de goede kant van de bar mag staan. Naast de gebruikelijke alcoholische versnaperingen, is er champagne met aardbeien vanwege de zomer, en vruchtenpunch. De keuze is absoluut reuze. Op het moment dat de eerste bitterbal in beeld komt, merken we dat de sfeer even gespannen wordt: ‘Hier worden we op beoordeeld toch, dé bitterbal?’, vraagt Wesley Vader met een knipoog. De bitterbal was lekker, maar de wasabi-ijsjes beter.
Koning van de dancehall
Kantoor-dj-by night en arbeidsrecht advocaat overdag Jordi Rosendahl heeft een duidelijke voorkeur voor de Jamaicaanse koning van de dancehall Sean(-a) Paul. Hoewel het van dansen niet komt, wordt er hier en daar wel stiekem met de muziek mee gedeind. Tegen het einde van de borrel worden we erop gewezen dat we niet naar huis kunnen zonder de ‘playboy van kantoor’ (waarom blijft in nevelen gehuld) gesproken te hebben. ‘Vooruit dan maar’, denkt Thijs Verstraten, die het gesprek expres zakelijk insteekt: ‘De deals die Lexence “draait” staan minder vaak in de krant vergeleken met die van collega’s verderop de Zuidas, maar daar staat tegenover dat je bij Lexence sneller zelf eigen verantwoordelijkheden krijgt’. Nadat wij hem eraan herinneren dat wij voor de borrel komen en niet voor een pitch, lacht hij gul en gaat hij naadloos en geroutineerd over in een mooi verhaal over café Hans. Ervaring leert dat als café Hans ter sprake komt, het tijd wordt om te gaan.