Op 1 februari jl. werd in de Tweede Kamer gedebatteerd met minister Dekker (Rechtsbescherming) over het eindrapport van de ‘Commissie evaluatie puntentoekenning gefinancierde rechtsbijstandconclusie’ (Commissie Van der Meer). Uit onderzoek van de Commissie Van der Meer is gebleken dat toevoegingsadvocaten gemiddeld veel meer uren werk doen dan de punten die daar tegenover staan. Dit betekent dat veel van het werk dat wordt gedaan door advocaten simpelweg niet wordt betaald. Volgens de Commissie dient 127 miljoen euro extra te worden uitgetrokken om dit te compenseren. Tot nu toe heeft de minister hieraan geen gehoor gegeven en blijft een groot deel van de gewerkte uren onbetaald.
Voor een steeds groter aantal advocaten is deze manier van werken niet langer haalbaar. Dat het ook niet langer acceptabel is werd door een groep van zo’n 400 advocaten breed uitgedragen tijdens een protest voorafgaand aan het debat met de minister. Onder leiding van algemeen deken Bart van Tongeren liepen de advocaten, gekleed in toga, naar de Tweede Kamer. Volgens Van Tongeren is het recht op rechtsbijstand in gevaar en is de maat nu echt vol met betrekking tot bezuinigingen op die rechtsbijstand. Doordat (louter) werken op basis van een toevoeging onmogelijk wordt gemaakt, zijn er minder advocaten voor mensen die zelf geen advocaat kunnen betalen. Hierdoor staat volgens de protesterende advocaten de toegang tot het recht onder druk. De advocaten liepen daarom met spandoeken waarop ‘Recht voor iedereen’ en ‘Red de rechtsbijstand’ was te lezen. Ook de Amsterdamse Orde was goed vertegenwoordigd.
De minister heeft in het debat aangegeven dat hij niet zomaar van plan is extra geld in de gefinancierde rechtsbijstand te pompen. Hij wil via andere wegen met huidige budget uitkomen. De komen tijd zal hij daarom met zoveel mogelijk betrokken partijen gaan praten.
Door: Benjamin Bijl