In deze rubriek worden advocaten die 40 jaar in het vak zitten in het zonnetje gezet. Deze keer:
1. Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen
Pas in de laatste fase van mijn studie ben ik mij op de advocatuur gaan oriënteren. De commerciële advocatuur trok mij aan. Ik was blij dat ik bij Stibbe (toen nog Stibbe, Blaisse & de Jong) aan de slag kon als stagiaire bij Mr L.P. (Leendert) van den Blink, niet vermoedend dat ik 40 jaar bij het kantoor zou blijven.
2. Welke zaak is u het meest bijgebleven?
De meest bizarre transactie was de eerste Amerikaanse lease-in. lease-out transactie m.b.t. een Nederlandse energiecentrale (de Amer-centrale), in de tijd (1994) dat ik op ons kantoor in New York was gestationeerd. De mooiste tijd van mijn praktijk was echter het werk voor Euronext, vanaf de creatie daarvan in 2000 met de fusie van de Parijse, Brusselse en Amsterdamse beurzen tot en met de overname door Intercontinental Exchanges en de tweede beursgang van Euronext in 2014 en 2015. Een mix van kapitaalmarkt transacties, vennootschapsrecht en corporate governance, financieel toezichtrecht en politieke elementen in een internationale setting.
3. Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent?
De toegenomen specialisatie. In mijn begintijd deden wij alles, van familierecht en strafrecht tot fusies en financieringen. Misschien niet altijd even efficiënt maar wel een heel goede leerschool. Ook veel procederen naast advies- en transactiewerk. Dat gaat nu anders. De trend naar verdere specialisatie is verklaarbaar en voorziet zeker in een behoefte, maar een brede oriëntatie en ervaring vind ik voor een advocaat en zijn of haar cliënten van groot belang. Het maakt het beroep ook aantrekkelijk en dynamisch. Je kunt mee bewegen met de ontwikkelingen in de maatschappij en je belangstelling volgen bij nieuwe soorten transacties of juridische onderwerpen.
4. Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat?
Ik realiseer mij dat ik in mijn praktijk weinig van de overheid heb gemerkt. De gefinancierde rechtshulp en het verschoningsrecht zijn echter voorbeelden van waar het vak onder druk staat. Ik denk dat wij dagelijks in het wereldnieuws een overvloed aan situaties zien waar mensen die geen middelen hebben om zelf goed voor hun rechten op te komen onrecht wordt aangedaan, wat ons laat zien wat een groot goed het is dat wij leven in een maatschappij waar dat anders is. Het gevaar is echter dat wij de verworvenheden op dat gebied te grabbel gooien om redenen van efficiëntie of van financiële aard. Wij moeten ervoor waken dat dat niet gebeurt.
5. Wat vindt u het leukst aan uw vak?
Indien u het allemaal overnieuw zou mogen doen, zou u dan een ander beroep hebben gekozen
De grote mate van vrijheid vind ik heel bijzonder, om zelf te kunnen kiezen op welk rechtsgebied je wilt werken en voor welk soort cliënten. Maar ook hoe je een zaak aanpakt, welke argumenten je in de strijd werpt en hoe je om gaat met je cliënten en andere partijen. Ik heb de kans gehad (althans zo zie ik dat) om altijd te werken binnen een relatief grote kantoorgemeenschap. Het kunnen sparren met kantoorgenoten en in grotere dossiers samenwerken in teams van specialisten uit diverse praktijkgebieden heb ik altijd als een groot plezier maar ook een groot voorrecht ervaren. Een ander aspect van het vak waar ik altijd met veel plezier aan heb gewerkt is het onderhouden van contacten met bevriende buitenlandse kantoren. Een belangrijke en leuke kant van het werken in de internationale praktijk.
Als ik het opnieuw zou mogen doen, zou ik denk ik hetzelfde beroep (en hetzelfde kantoor) kiezen. Het enige wat ik achteraf graag had willen doen is (ook) een tijd in het buitenland studeren en bij een buitenlands advocatenkantoor werken. Gelukkig heb ik die ervaring wel op een andere manier kunnen inhalen.
6. Er is veel te doen over de pensioenleeftijd; wat vind u de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat?
Dat vind ik een lastige. Ik weet niet of er een ideale pensioenleeftijd is. Een kant van de vrijheid van het beroep is dat je ook dat zelf kunt bepalen. Ik ben als partner van Stibbe teruggetreden toen ik bijna 65 was. Voor mijn gevoel had ik nog wel even door kunnen gaan, maar het is ook goed er een keer een streep onder te zetten en je blik op andere dingen te richten. De vraag is ook of je na je pensioen als advocaat nog in een andere functie door wilt of moet werken. Dat is heel persoonlijk.
7. Heeft u nog tips voor (jonge) advocaten?
Ik heb de kans gehad in 1989 voor mijn kantoor naar het buitenland te gaan. Mijn gezin en ik zijn zeven jaar weggeweest, waarvan vijf jaar in de V.S. Die tijd is van grote invloed geweest op mijn verdere praktijk (en op mijn gezin). Het is misschien ook een belangrijke reden geweest waarom ik nooit aandrang heb gevoeld naar een ander kantoor of andere functie over te stappen. Ik zou iedere (jonge) advocaat willen aanraden om als de kans zich voordoet (en de omstandigheden dit mogelijk maken) een tijd in het buitenland te gaan werken. Ik vond het in vele opzichten leerzaam en verrijkend.