In deze rubriek worden advocaten die 40 jaar in het vak zitten in het zonnetje gezet. Deze keer:
1. Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen?
Eigenlijk wist ik niet wat ik wilde worden, toen ik ging studeren.
Er werd gezegd, dat je met rechten veel kanten op kon. Ik ging rechten studeren en zei: ik wil alles worden behalve advocaat. Want dat is veel te moeilijk voor mij.
Aan het eind van de studie deed ik mee aan Rechtshulp VU. Onder leiding van echte advocaten gaven we adviezen en juridische hulp in buurthuis de Tulp in Amsterdam West. Daar ontdekte ik, dat ik het wel kon en het leuk was om mensen te kunnen helpen. Dat deed mij besluiten toch advocaat te worden.
2. Welke zaak is u het meest bijgebleven?
Vele zaken, maar het meest de zaak Bahaddar. Ik mocht toen zelfs pleiten bij het Europese Hof in Straatsburg. (EHRM) Een spannende ervaring.
De heer Bahaddar kreeg geen verblijfsvergunning asiel, omdat er een negatief ambtsbericht lag, waarin stond dat hetgeen hij verteld had, niet juist was. Nadat er een negatieve beslissing was genomen in zijn zaak, kwam er bewijs, dat het ambtsbericht onjuist was. De Staat weigerde op de beslissing terug te komen.
De uitspraak van het EHRM leidde zelfs tot een wetswijziging, namelijk de invoering van art. 31, lid 7 Vreemdelingenwet. Een aanvraag wordt niet onder verwijzing naar een eerdere afwijzende beslissing afgewezen indien de door de vreemdeling bij de aanvraag aangevoerde elementen en bevindingen grond bieden voor het vermoeden dat sprake is van bijzondere op de individuele zaak betrekking hebbende feiten en omstandigheden die hieraan in de weg staan. Het bestuur moet bij het nemen van een beslissing, steeds onder ogen zien, of van een bijzondere situatie sprake is. In veel zaken wordt op deze uitspraak een beroep gedaan.
3. Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent?
Een grote verandering was de komst van internet en de computer. Veel informatie kon worden gevonden op internet. Toen ik begon was de vreemdelingencirculaire nog geheim en wist je niet wat de regels waren.
4. Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat?
De overheid heeft de sociale advocatuur sterk beknot de afgelopen jaren in financieel opzicht. Gelukkig schijnt er nu een beetje inzicht te komen hoe belangrijk onze rechtshulp is en worden we ietsje meer gewaardeerd.
5. Wat vindt u het leukst aan uw vak? Indien u het allemaal overnieuw zou mogen doen, zou u dan een ander beroep hebben gekozen?
Het leukste is, dat je in staat bent daadwerkelijk iets voor mensen te doen. Natuurlijk kan niet iedereen een verblijfsvergunning krijgen, maar je kunt tenminste alle mogelijkheden proberen. Als iemand een verblijfsvergunning krijgt, heeft dat grote gevolgen voor de rest van zijn leven. Ik ben blij met mijn beroepskeuze en zou geen ander vak willen.
6. Er is veel te doen over de pensioenleeftijd; wat vindt u de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat?
De pensioenleeftijd hangt af van je persoonlijke omstandigheden, je gezondheid en je gezinssituatie. Ik ga nog even door met mijn werk.
7. Heeft u nog tips voor (jonge) advocaten?
Ik zou jonge advocaten aanraden niet te snel de moed te verliezen. Als in de zaak en cliënt(e) gelooft, zet dan door. (Tot in Straatsburg desnoods) en laat je niet intimideren of ontmoedigen.