Het nieuwe kantoor van Loyens & Loeff
Via Teams – het blijven vreemde tijden – spreek ik met Patrick van Oppen, partner en kantoorleider bij Loyens & Loeff. Hij was, samen met een stuurgroep, als verantwoordelijke betrokken bij de bouw van het nieuwe kantoorpand. Het enthousiasme spat van het scherm af als hij vertelt over het nieuwe gebouw, dat de naam “Hourglass” draagt.
Door: Luce Smithuijsen
‘Het vorige pand voelde als een oude jas,’ vertelt Patrick. ‘Iedereen voelde zich daar fijn.’ Maar kantoorpand “Forum” nabij het Olympisch Stadion werd te klein, dus ging men vijf jaar geleden op zoek naar een nieuw onderkomen. ‘We hebben breed gekeken, samen met de gemeente en de ontwikkelaar. We hebben het centrum van Amsterdam overwogen, of Schiphol, vanwege onze internationale cliënten. Maar bijvoorbeeld ook Amsterdam-Zuidoost, juist omdat dit in ontwikkeling is.’ Uiteindelijk is, niet geheel verrassend, toch voor de Zuidas gekozen. ‘Ongeveer heel financieel en advocatuurlijk Nederland zit hier – het was de logische keuze.’
Het nieuwe pand is een in het oog springend, splinternieuw gebouw aan de rand van de Zuidas. De architect van de buitenstructuur van het gebouw is Diederik Dam en de binnenkant van het pand is ontworpen door Nanne de Ru. Patrick vertelt: ‘We hebben zeven partijen geselecteerd en uiteindelijk hebben we drie van hen aan de stuurgroep laten pitchen. Dat waren inspirerende sessies.’ Patrick vertelt dat door alle partijen goed geluisterd was naar wat Loyens & Loeff wil uitstralen: ‘Het pand is de signatuur van je organisatie. Dat klinkt hoogdravend, maar het is echt zo: het is je visitekaartje naar de markt, naar je eigen medewerkers en naar cliënten. Het is dus een heel diverse groep die je wil aanspreken en dat wilden we vangen in één gebouw.’
Het nieuwe pand, dat in 26 maanden is gebouwd, huisvest de 700 medewerkers van Loyens & Loeff in Amsterdam. Patrick benadrukt dat is geprobeerd aan al hun belangen tegemoet te komen bij het creëren van een nieuwe plek: ‘Heel vroeg al hebben we een klankbordgroep samengesteld, een dwarsdoorsnede van al onze medewerkers. Daarmee bedoel ik knowhow, ICT, HR, advocaat-stagiairs en partners en alles daartussenin.’ Deze groep is gevraagd input te leveren over wat zij van het nieuwe pand verwachtten. Dit gebeurde in verschillende stadia: vóór de start van de bouw, maar ook tijdens de bouw. ‘De architect maakt natuurlijk de meeste beslissingen,’ zegt Patrick, ‘en dat is ook goed. Maar veel keuzes hebben we daarnaast aan de klankbordgroep gepresenteerd.’ Hier kwamen verrassende ideeën uit: ‘Van concentratieruimtes tot nummerbordherkenning, en bijvoorbeeld ook een verzoek om meer groen. We hebben naar aanleiding daarvan een groenwand aangelegd, van levende planten dus, die helemaal van de eerste tot aan de tiende verdieping loopt.’ Het groen geeft een warm en speels element in een verder juist strak gebouw, vindt Patrick. Ook op de inrichting heeft de klankbordgroep invloed gehad: ‘We hebben op bepaalde plaatsen in het pand gekozen voor vintage meubels. Dat ziet er prachtig uit en is ook nog duurzaam. En we hebben ook onderdelen uit ons oude kantoor meegenomen, zoals lampen.’
Patrick vindt dat grote kantoren de verantwoordelijkheid dragen om zo milieubewust mogelijk te zijn. ‘Het gebouw zelf is erg duurzaam, maar de gebruikers moeten dat ook zijn. Als organisatie moet je die ambitie hebben.’ Zo is er in het nieuwe pand voor gekozen om geen vuilnisbakken op de werkkamers te zetten, maar alleen op de gang, waar het afval direct gescheiden wordt. ‘Daar kwam even commentaar op, maar mensen wennen er wel aan. Bovendien is het goed om af en toe een stukje te lopen!’ lacht Patrick. Met de beweging zit het sowieso wel goed: het nieuwe kantoor heeft in de fietsenstalling plaats voor 500 fietsen. ‘We hebben zelfs speciale plaatsen voor dure racefietsen en oplaadplekken voor e-bikes. Zo kan iedereen met de fiets komen, ook medewerkers die buiten de stad wonen.’
Als verschil met het vorige pand noemt Patrick de concentratieplekken die op elke verdieping zijn gecreëerd. Medewerkers kunnen hier overleggen of bellen, zonder daarbij hun kamergenoten te storen. Hiermee wordt samenwerken en “sparren” aangemoedigd. Een andere vernieuwing is de cliëntenverdieping. ‘Dat liep voorheen nog wel door elkaar – de spreekkamers werden zowel intern als extern gebruikt. Nu hebben we een aparte plek voor de cliënten, op de zeventiende verdieping – de op één na bovenste.’
Patrick zegt dat hij het enorme atrium uit het oude gebouw misschien wel gaat missen. ‘We konden allemaal naar elkaar zwaaien, het was zo transparant. Dat hebben we in het nieuwe gebouw geprobeerd terug te brengen met verschillende atria, maar het is niet helemaal hetzelfde.’ Om de cohesie toch te bewaren is een “ontmoetingsplaats” gecreëerd bij de koffiebar. Die was eerst alleen ’s ochtends open, maar nu van vroeg tot laat: ‘We willen het de medewerkers makkelijk maken om elkaar te zien, juist in zo’n groot kantoor. Die connectie vinden wij enorm belangrijk.’
Patrick vindt het moeilijk om één ding te kiezen wanneer ik hem vraag naar het bijzonderste element van Hourglass. ‘De buitenkant, die is iconisch. Maar de groenwand is ook erg bijzonder. En de centrale hal, waar de trappen dwars doorheen lopen en zo alle verdiepingen met elkaar verbinden. Die trappen worden door bijna iedereen gefotografeerd. Ze zijn ook echt heel mooi.’
Patrick denkt dat de pandemie ertoe zal leiden dat mogelijkheden om thuis te werken beter worden verkend. ‘Je moet dat als kantoor natuurlijk faciliteren, en het gaat tot nu toe heel goed.’ Maar hij had de verhuizing liever anders gezien: ‘Medewerkers zijn enorm enthousiast, iedereen vindt het een onwijs gaaf gebouw. Dan wil je er natuurlijk ook aan de slag. We hebben een weekje mogen proeven, maar toen moest iedereen alweer naar huis.’ Toch denkt Patrick dat de verhuizing nieuwe energie geeft, ook op afstand. ‘Het vorige pand raakte gewoon gedateerd, dat kwam uit 2001. Ik was er al toen we daarnaartoe verhuisden – dat was heel bijzonder, want Loyens fuseerde toen met Loeff.’ Datzelfde speciale gevoel heeft hij nu ook: ‘Het geeft een nieuw elan, het werkt verfrissend. Dit voelt als weer een sprong.’
Hoewel ik het gebouw nog niet in het echt heb mogen ervaren – waartoe ik overigens wel van harte werd uitgenodigd – werkt het enthousiasme van Patrick aanstekelijk. Ik waan mij in een modern, strak pand met wandbegroeiing en Zwijnstein-achtige trappen. Zou Hourglass ook mij een nieuw elan hebben gegeven?