Elk jaar brengen het Hof van Discipline en de raden van discipline gezamenlijk een jaarverslag uit met de belangrijkste zaken omtrent de tuchtrechtspraak voor advocaten. Voor advocaten die zich interesseren voor het tuchtrecht zijn de cijferlijstjes in dat jaarverslag elke keer weer lezenswaardig. Voor een toelichting op de recent gepubliceerde cijfers over 2020 spraken wij met Quirine Falger en Sabine el Bouazzati-van Excel, respectievelijk voorzitter en hoofdgriffier van de Raad van Discipline Amsterdam.
Door: Nick van den Hoek en Benjamin Bijl
Het viel ons bij de beoordeling van de jaarcijfers op dat er een stijging is in serieuze maatregelen. Hoe komt dit?
“We merken dat de deken in Amsterdam zeer serieus werk lijkt te maken van de dekenbezwaren. Hij is heel actief in het uitlokken van nieuwe jurisprudentie. Bijvoorbeeld over de strafadvocaat die kort voor zitting de bijstand had neergelegd, om de belangenbehartiging daarna weer op zich te nemen. Dat leverde veel frustratie op bij het betreffende gerecht. De deken legt dit aan ons voor om duidelijkheid te krijgen of dit mag. In een andere zaak heeft hij ons gevraagd eerst alleen de ontvankelijkheid van de zaak te beoordelen. Het betrof een omvangrijk dossier en op die manier hoefde niet eerst het gehele dossier te worden aangebracht. Dat was nooit eerder gebeurd. De vraag is ook hoeveel van de klachten van de deken bij de raad terecht komen. Daar hebben wij geen zicht op. Vorig jaar kregen wij 60% meer zaken binnen dan het jaar ervoor. Dat is een enorme toename. Landelijk was de stijging 17%.”
Is het niet zo dat wanneer niet duidelijk is hoe een gedragsregel moet worden uitgelegd, er dan überhaupt geen maatregel kan volgen? Je kunt immers niet iets fout doen waarvan niet kenbaar is dat het fout is.
“Die vraag zit een beetje aan tegen het strafrecht, waarbij je niet kunt worden veroordeeld voor iets waarvan je niet kunt weten dat het niet mag. De gedragsregels zijn geen verplichtende bindende voorschriften, maar zijn bedoeld als richtlijn voor de advocaat voor zijn handelen bij de uitoefening van de praktijk. De gedragsregels brengen de normen onder woorden, die naar de heersende opvattingen in de kring van advocaten in acht behoren te worden genomen.”
In andere arrondissementen wordt bij tuchtzaken gekeken naar bemiddeling. Als er zoveel meer zaken worden aangebracht lijkt daarvan in Amsterdam geen sprake?
“Wij krijgen alleen zaken uit Amsterdam en Noord-Holland. Wij hebben de indruk dat Noord-Holland actiever is met bemiddeling. Bemiddeling kost enorm veel tijd, dus dat zal een rol spelen. Overigens zouden wij regelingen toejuichen. Een klager heeft vaak meer aan een regeling dan dat zijn klacht bij ons op zitting worden behandeld. Soms proberen we op zitting alsnog te bereiken dat de klager en de verweerder overeenstemming bereiken. Wat niet wegneemt dat er geluiden opgaan dat bemiddelingspogingen op het ordebureau niet leiden tot minder klachten bij de raad van discipline.”
De geldboete zien we maar één keer terugkomen. Waarom is dat?
“We zijn ons ervan bewust dat we weinig geldboetes opleggen. Als de klacht een zwaardere maatregel dan een berisping verdient denken wij eerder aan een voorwaardelijke schorsing, terwijl de geldboete daar formeel tussenin zit. We zouden misschien wel meer kunnen doen met de voorwaardelijke geldboete. Bijvoorbeeld als de cliënt geld terug moet krijgen, en dan meer als pressiemiddel richting de advocaat. Het is een soort gewoonterecht geworden om weinig geldboetes op te leggen en daar moeten we voor waken.”
Is er een wisselwerking tussen het soort gegronde klachten?
“Communicatie en prestaties hangen samen. Zo zorgt bijvoorbeeld een vage opdracht snel voor ellende op allerlei gebied. Ook een klassieker zijn afspraken die niet zijn vastgelegd.”
Veranderen de klachten?
“Lang niet alle klachten gaan over de deskundigheid, hoewel dat in beginsel de kernwaarde is met de meeste gegronde klachten. Daar zou het wel eens vaker over kunnen en moeten gaan, denken wij soms bij het lezen van het dossier.
We zien veel klachten over de advocaat van de wederpartij. Van klagers die niet respecteren dat die advocaat er stevig in gaat. Die zien we met name terug in het familierecht. Bij een klacht over bejegening krijgt de advocaat wel een brief van de deken met het toetsingskader. Daarin staat ook dat de advocaat in beginsel veel ruimte heeft om zijn cliënt bij te staan. De drempel voor een gegronde klacht ligt in dat geval dus hoog.
Desalniettemin hebben de klachten over een advocaat van de wederpartij wel veel opgeleverd. Een cultuurverandering in de genoemde familiezaken bijvoorbeeld, meer aandacht voor mediation, en meer aandacht voor bejegening. Je mag de goede naam van de ander niet onnodig bezoedelen.”
Hoe gaan jullie om met veelklagers?
“In 2015 is er een griffierecht ingevoerd om de drempel om te klagen te verhogen. Het heeft niet veel geholpen. Veelklagers klagen niet alleen veel, maar ze vragen ook veel. Iedere dag bellen, mailen, overal een probleem van maken, steeds wraken, altijd ‘ja, maar’. Dat kost onevenredig veel tijd en draagt niets bij aan het doel van het tuchtrecht. We sturen dan op een gegeven moment een brief dat de zaken worden behandeld, maar dat we niet meer ingaan op de vele verzoeken. Daarbij sommen we op hoe vaak er al is gebeld en gemaild, etc. Negen van de tien keer vallen die klagers dan wel weer mee in hun gedrag op zitting. Dat vinden wij fascinerend.”
De voorzitter is op de zitting soms erg streng voor de beklaagde. Is dat onderdeel van de straf?
“Dat is een rolopvatting, die zie je in het strafrecht soms ook. Dat is geen extra straf, maar een poging om tot iemand door te dringen. Het kan helpen om echt duidelijk maken dat iets niet kan. Je hoopt dat de betrokkene het zich aantrekt. Daarbij gaat het ons ook om recidive te voorkomen. Sommige advocaten lijken op de zitting geen enkel inzicht te tonen in hun gedrag, zonder dat ze dat goed beargumenteren. Je kan het met ons oneens zijn, maar wanneer uit alle jurisprudentie en regels blijkt dat de advocaat fout zit is het niet handig dat te ontkennen. Het is daarom altijd aan te raden om je als verweerder te laten bijstaan door een andere advocaat.”
De regio Arnhem-Leeuwarden springt eruit met veel gegronde klachten ‘prestaties onder maat’. Wat zit daarachter?
“Hoewel we als raden van discipline veel onderling contact hebben, weten wij weten dit niet. Maar hebben wel een gut feeling. Er zijn daar relatief veel eenpitters, met een algemene praktijk, dat geeft veel haken en ogen. Hoe zeer de advocaat ook een goede jurist is, het lijkt onmogelijk om in je eentje op alle rechtsgebieden op maat te presteren. Daarnaast kunnen we ons voorstellen dat de hoogte, of eigenlijk de laagte, van toevoegingsvergoedingen kan uitlokken tot een snelheid of slordigheid van werken die niet oké is. Niet dat we dat goed willen praten, trouwens.”
Welke zaak staat jullie bij? Dat je dacht ‘Hoe kan de advocaat dit nou doen?’
“De advocaat met een drugslab in huis, die ook nog getuigen beïnvloedde. Onbegrijpelijk. Maar we vragen ons wel vaker af hoor, ‘hoe kan de advocaat dit nou doen?’.”
We hebben het nu gehad over de cijfers van het advocatentuchtrecht. Geldt er ook een tuchtrecht voor rechters?
“Nee, niet echt. Op vordering van de Procureur-Generaal kan de Hoge Raad een rechter ontslaan wegens ongeschiktheid, maar dat kan alleen in zeer ernstige gevallen. En er is een klachtenprocedure bij elk gerecht, maar die kan niet leiden tot het opleggen van een maatregel. De selectie van rechters voor en tijdens de opleiding is intensief en best streng. In vergelijking daarmee is het toch vrij gemakkelijk om advocaat te worden, los van de kosten van de beroepsopleiding. Helemaal in het geval van een buitenpatroon, althans, dat denken wij. Er is dan misschien heel weinig toezicht. Daarnaast maakt de aard van de werkzaamheden en de veelheid aan contacten binnen en buiten kantoor dat er veel meer gelegenheid is voor fouten en gedragingen die klachten uitlokken. Het werk van rechters is bovendien veel zichtbaarder.”
Tenslotte: welke gedragsregel kan met pensioen?
“Poe, er schiet niets te binnen. Over die gedragsregels is goed nagedacht hoor. Er zijn vijf of zes gedragsregels die we wel regelmatig zien. De rest zien we bijna nooit, maar dat betekent niet dat die zinloos zijn. We zien gedragsregel 15 over belangenverstrengeling veel, en 21 over het benaderen van de gerechten. Ook het niet-meewerken aan dekenonderzoek, grievend uitlaten en financiële integriteit komen vaker terug.”