Interview met Dave E. Liqui Lung
De meeste advocaten starten hun loopbaan na hun afstuderen in loondienst bij een bestaand advocatenkantoor. Sommige advocaten kiezen er echter voor om direct zelfstandig ondernemer te worden of zijn dat al voordat zij advocaat worden. Dave Liqui Lung (44) is al 15 jaar advocaat op Curaçao als hij eind 2019 besluit om naar Amsterdam te verhuizen. Omdat de Curaçaose beroepsopleiding in Nederland nog niet wordt erkend, moet hij deze in Nederland opnieuw doen. Op 23 februari 2022 wordt hij als advocaat beëdigd. Het ABB sprak met Dave over de advocatuur en beroepsopleiding op Curaçao en in Nederland en over zijn werk en toekomstplannen.
Tekst: Jeroen Wendelgelst
Dave begint zijn loopbaan als advocaat in 2004 bij VanEps Kunneman VanDoorne in Willemstad, Curaçao. Daar volgt hij ook de beroepsopleiding. In 2012 richt hij samen met een compagnon het kantoor De Winter Liqui-Lung op. Op Curaçao is hij vooral actief in de commerciële civiele advies- en procespraktijk voor ondernemingen, overheden en particulieren. Eind 2019 besluit hij naar Nederland te verhuizen. In de coronaperiode werkt hij eerst als zelfstandig juridisch adviseur. Daarnaast volgt hij de Leergang Sport & Recht aan de VU in Amsterdam. Begin 2022 sluit Dave zich als partner en stagiaire-ondernemer aan bij Brenner Advocaten in Amsterdam.
Waarom ben je naar Nederland gekomen?
“Eind 2019 heb ik besloten om naar Nederland te verhuizen. Dit was een weloverwogen persoonlijke keuze, hoewel geen gemakkelijke. Curaçao heeft mij enorme zakelijke kansen geboden. Ook mijn familie en vrienden wonen er. Maar ik wil mij als advocaat graag verder ontwikkelen en dat is voor mij in Nederland beter mogelijk dan op Curaçao. Hier is veel meer aanbod van opleidingen. De Nederlandse Orde stimuleert advocaten ook om zich te specialiseren, onder andere met het Rechtsgebiedenregister. Op Curaçao bestaat dat niet, daar voeren de meeste advocaten nog een algemene praktijk. Ik kende Nederland overigens al wel. Ik heb hier gestudeerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.”
Verschilt de advocatuur op Curaçao van die in Nederland?
“Dat valt wel mee. De invloed van het Nederlandse rechtssysteem op Curaçao is nog steeds groot. Veel rechters op de Antillen zijn afkomstig uit Nederland. Bij de grotere kantoren, zoals mijn oude kantoor VanEps, heerst ook een beetje een ‘Zuidas-mentaliteit’. Veel advocaten van die kantoren hebben zelf op de Zuidas gewerkt en de zaken en cliënten zijn internationaal. Toch zijn er ook duidelijke verschillen. Zo is er op Curaçao geen verplichte procesvertegenwoordiging. Daarnaast zijn persoonlijke contacten ook heel belangrijk. Nog meer dan in Nederland denk ik. Een Antiliaan gaat toch het liefst naar een Antilliaanse advocaat. Netwerken is heel belangrijk. De Curaçaose balie is relatief klein, je hebt veel persoonlijk contacten met andere advocaten en hoogleraren.”
Hoe verloopt een advocaat-stage op Curaçao?
“De advocaat-stage is op Curaçao breed en vooral praktijkgericht. Ook bij grote kantoren als VanEps ben je als advocaat-stagiaire werkzaam op meerdere rechtsgebieden en krijg je al vrij snel eigen verantwoordelijkheid in zaken. Daardoor kun je je als advocaat in de eerste jaren breed ontwikkelen. Ik zie dat als een voordeel. Ook heb ik bij VanEps veel kunnen reizen via het ‘flying lawyer’ programma. Hierbij werk je als advocaat afwisselend op vestigingen op de verschillende eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen. Gedurende mijn eerste drie jaar bij VanEps heb ik de Beroepsopleiding Advocatuur Curaçao gevolgd. Anders dan in Nederland hoef je als advocaat-stagiaire op Curaçao geen examens af te leggen. Nu is het wel mijn indruk dat de beroepsopleidingen van Curaçao en Nederland sindsdien meer naar elkaar zijn toegegroeid.”
Hoe is het om als ervaren advocaat in Nederland de beroepsopleiding te doen?
“De Curaçaose opleiding wordt nog niet in Nederland erkend. Ik moet daarom in Nederland, ondanks mijn ruime werkervaring, alsnog de beroepsopleiding volgen en alle bijhorende examens doen. Ik kom in beginsel wel in aanmerking voor een vrijstelling van de praktijkblokken. Als stagiaire-ondernemer moet ik de beroepsopleiding zelf betalen. Die kost bijna € 12.000, exclusief btw. Dat is een flink bedrag, maar ik vind dat geen bezwaar. De opleiding brengt mij ook veel: het is een goede gelegenheid om mijn juridische kennis op te frissen, ik leer nieuwe mensen kennen, ook op andere rechtsgebieden, en bouw aan mijn netwerk in Nederland. Mijn opleidingsgroepje bestaat vooral uit jongere stagiaires, maar ik heb wel een goede aansluiting gevonden en doe ook mee met de meeste sociale activiteiten rondom de opleiding.”
Hoe verliep jouw beëdiging in Nederland?
“Beëdiging als stagiaire-ondernemer is een vrij langdurig traject. De Orde moet hiervoor tevoren toestemming geven. Je moet hierbij vrij veel informatie verstrekken en ook voldoen aan financiële eisen. Zo moet je voordat je kunt starten over minimaal € 45.000 aan liquide middelen kunnen beschikken. Dat kan eigen geld zijn, een kredietfaciliteit bij een bank of een combinatie. Dat geldt voor alle startende stagiaire-ondernemers. Gelukkig had ik zelf al lopende zaken, deels afkomstig uit mijn Curaçaose praktijk en netwerk, waardoor dit voor mij geen drempel was.”
Hoe kwam jij terecht bij Brenner Advocaten?
“Ik vond het belangrijk om mij aan te sluiten bij een bestaand kantoor met een goede reputatie en een praktijk die aansluit bij de mijne. Via mijn netwerk ben ik in contact gekomen met een partner van Brenner Advocaten in Amsterdam. Er was een klik en één van de partners, Paul Veerman, was bereid om als mijn patroon op te treden. Iedereen werkt voor eigen rekening, maar er wordt ook goed met elkaar samengewerkt. Voor mij is dit een ideale werkomgeving.”
Hoe ziet jouw praktijk er nu uit?
“Vanuit Brenner Advocaten voer ik een civiele praktijk, die vooral is gericht op het mkb. Ik richt mij daarbij vooral op het algemene ondernemingsrecht, aansprakelijkheid, vastgoed, financieringen en procesrecht. Ook uit mijn netwerk op Curaçao komt nog geregeld werk. Mijn ervaringen op Curaçao en in Nederland zijn goed te combineren. Het Curaçaose burgerlijke recht kent naast Nederlandse ook Angelsaksische invloeden en loopt in sommige opzichten zelfs voor. Zo kende Curaçao al een flexibele bv-regeling voordat deze in Nederland werd ingevoerd. Ook vervul ik daarnaast nog een commissariaat bij een bank op Curaçao. Het leuke hiervan is dat je niet alleen juridisch bezig bent, maar je ook bezighoudt met goed bestuur en bedrijfsorganisatie.”
Hoe zie je de toekomst?
“Ik kijk er naar uit om de beroepsopleiding af te ronden. Mijn doel is om mij verder te ontwikkelen als een goede en integere ondernemingsrecht advocaat. Niet alleen voor Nederlandse, maar ook voor internationale cliënten. Ik spreek meerdere talen en ben internationaal gericht. In Nederland bevalt het mij goed, maar ook Curaçao blijft deel van mij. Ik vlieg nog regelmatig heen en weer.”