De Maleisische mensen- en milieurechtenadvocaat Charles Hector Fernandez was een van de sprekers op het L4L-seminar Environmental justice and the work of environmental lawyers. Fernandez kwam de afgelopen jaren verschillende keren in het nieuws, ook internationaal, vanwege zaken waarin zijn cliënten tergen grote bedrijven vertegenwoordigde. Voorafgaand aan het seminar sprak Baliebulletin met hem. Handelsverdragen zijn het grote probleem bij het aanpakken van grote bedrijven, aldus Fernandez. Daarvoor is nieuwe wetgeving nodig.
Door Martin van Duijn
Fernandez kwam vorig jaar in het nieuws omdat twee grote houtkapbedrijven, Beijing Million en Rosa Timber & Trading, hem en zijn cliënten wegens ‘contempt of court’ hadden aangeklaagd. Beide bedriiven hadden een vergunning gekregen voor houthak in de Jerantut Permanent Forest Reserve. Fernandez stond acht mensenrechtenactivisten bij, die in dorpen vlakbij het reserve wonen, en meenden dat hun belangen door de grootschalige houtkap zouden worden geschaad. Nu betekent een ‘reserve’ in Maleisië niet dat het gehele gebied uit beschermde natuur bestaat, maar dat er ook delen gereserveerd zijn voor bos- en mijnbouw. De personen die Fernandez vertegenwoordigde waren van mening dat de voorgenomen activiteiten een te grote inbreuk zouden maken op hun leefomgeving, onder meer op het gebied van de waterkwaliteit, verkeersintensiteit en op de natuur zelf. Nu was Fernandez niet degene die de procedure had aangespannen, omdat hij later als tweede advocaat was ingestapt. “Probleem was, dat je eigenlijk de verantwoordelijke overheidsinstantie die de vergunningen verstrekt had moeten aanspreken. Maar dat was in het verleden door de eerste advocaat niet gedaan. Je kan je natuurlijk afvragen, of hij destijds door belanghebbenden niet bewust onder druk is gezet om de bedrijven zelf aan te spreken, in de hoop dat hij dan geen grote kans van slagen zou hebben.”
Charles Hector Hernandez
Nadat Fernandez bij een instantie informatie had opgevraagd met betrekking tot een aantal jaren geleden al eerder verstrekt antwoord aan de aanklagers, zagen de twee bosbouwbedrijven daar in 2021 aanleiding in om hem, en de personen die hij vertegenwoordigde, wegens ‘contempt of court’ aan te klagen. De zaak kreeg zowel nationaal als internationaal aandacht, en de beide bedrijven lieten uiteindelijk in april 2021 de aanklacht tegen hem vallen. Ook werd de licentie voor houtkap voor deze bedrijven ingetrokken. Fernandez: “Dat betekent niet dat de voorgenomen houtkap nu van de baan is. Alle machinerie is blijven staan, en de kans is groot dat deze of andere bedrijven in een later stadium, als de storm is gaan liggen, alsnog een vergunning zullen krijgen. Vergeet daarbij niet dat een aantal van de cliënten die ik hierbij vertegenwoordigde lokale bestuurders waren die lid waren van de regeringspartijen. Je kunt je voorstellen onder welke druk zij hebben gestaan.”
Ongereguleerde instanties
De Maleisische rechtspraak is op zich onafhankelijk, aldus Fernandez, door daar aan toe te voegen dat het natuurlijk wel eens zo kan zijn dat een rechter een fout kan maken. Ook de rechten van advocaten zijn gewaarborgd. Daarbij is de Maleisische Orde van Advocaten een sterke en invloedrijke organisatie, waarvan een groot aantal advocaten landelijk bekendheid geniet. Fernandez benadrukt dat support van de Orde in milieuzaken cruciaal is. Het probleem zit volgens Fernandez in overheidsorganisaties, die om wat voor reden dan ook de oren teveel naar de belangen van grote bedrijven laten hangen. “Soms zijn overheidsinstellingen, die vergunningen uitgeven, weer een onderdeel van een hogere organisatie, zonder dat zij zelf zijn gereguleerd. Paradoxaal betekent dit, dat zij niet verantwoordelijk zijn voor de vergunningen die zij zelf hebben afgegeven. En dan zit je met het probleem, dat je hen niet kan aanklagen.”
Een ander probleem is de houding van de politie. “Een groep bewoners van een dorp klaagden over het feit dat een nieuwe weg pal langs hun woningen was geprojecteerd, terwijl die makkelijk een eind verder kon worden aangelegd. De politie belde hen dat ze op het politiebureau langs konden komen om daarover te praten. Bij aankomst werden ze aangehouden omdat ze moeilijkheden zouden veroorzaken. Hun vingerafdrukken werden genomen en er werd dna afgenomen, zonder dat zij daar toestemming voor gaven. Zo’n attitude bij de politie zal moeten veranderen.” Zelf vreest Fernandez niet voor zijn vrijheid. “De onafhankelijke positie van de advocatuur is duidelijk geregeld. Daarbij ben ik al jaren actief op het gebied van de mensenrechten, ik weet hoe ik moet handelen. Bovendien voel ik mij gesteund door de Maleisische orde van advocaten. Voor repercussies ben ik dus niet bang.”
Assertiever
Fernandez merkt dat burgers de laatste jaren assertiever worden, waardoor het aantal rechtszaken met betrekking tot milieukwesties en -vergunningen toeneemt. “Daarbij zie je bovendien dat de media zich daar steeds meer voor interesseren, en dan uitgebreid over zulke zaken berichten.” Dat is volgens Fernandez een reden waarom bedrijven aanklachten soms laten vallen. “Dat was bijvoorbeeld ook het geval bij een eerdere zaak die ik in 2011 namens cliënten had aangespannen tegen het Japanse bedrijf Asahi Kosie. Dat betrof de rechten van arbeiders die via een tussenbedrijf werkzaam waren voor deze onderneming. Asahi Kosie ontkende verantwoordelijkheid en klaagde mij aan voor smaad en eiste zo’n drie miljoen US dollars schadevergoeding. Dat genereerde zoveel negatieve reacties voor het bedrijf, zelfs van andere ondernemingen die bang waren dat de aandacht ook op hen zou terecht zou kunnen komen, dat Asahi Kosie voorstelde om de zaak buiten de rechter om te schikken. Daarbij moest ik dan een symbolische schadevergoeding van zo’n twee US dollars betalen. Dat toont wat de aandacht van de media kan betekenen.”
Handelsverdragen
Het grote probleem waar milieurechtadvocaten mee worden geconfronteerd zijn de internationale of bilaterale handelsverdragen, die meer en meer worden afgesloten. Grote bedrijven beroepen zich daarop, terwijl nationale wetgeving tekortschiet om de mazen in die verdragen te dichten. Door zich op die verdragen te beroepen, hopen zij dat activisten en advocaten worden ontmoedigd om zaken aan te spannen. Voor Fernandez is herziening van de nationale wetgeving op het gebied van milieu dringend noodzakelijk. De mogelijkheden die zowel bedrijven als burgers nu hebben, moeten duidelijker worden omschreven. Daarmee krijgen advocaten meer handvatten om op te treden. “Je ziet altijd dat de wetgeving achterloopt bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Uiteindelijk is het de bevolking die bepaalt welke nieuwe wetten er moeten komen en hoe die eruit moeten zien. Maar dat kan een tijd duren.”