Enige tijd geleden heeft Baliebulletin een dubbelinterview geplaatst met Sanna Hübel en Diederik Radder in verband met hun deelname aan de ludieke social media actie van vorig jaar, waarin een aantal mannelijke raadsheren zich als raadsdame had laten fotograferen. Dit om iedereen te laten inzien hoe bizar het eigenlijk is dat iedere rechter aan het Gerechtshof – ongeacht diens geslacht – zich ‘raadsheer’ moet noemen.
Door Hannah Brenninkmeijer
Alweer ruim drie jaar geleden, op 8 maart 2019 (Internationale Vrouwendag), hebben de advocaten Rosa van Zijl en Willem Jebbink van het kantoor Jebbink Soeteman Advocaten, de Hoge Raad reeds opgeroepen tot het gebruik van meer inclusieve taal. Naast de kritiek op de juridische termen raadsheer, goed huisvader en raadsman stelden zij ook het feit aan de kaak dat in de rechtspraak uitsluitend met ‘hij’ wordt verwezen als het gaat over de rechter, de officier van justitie, de advocaat of het slachtoffer, ook als het overduidelijk om een vrouw gaat. Volgens hen zou het consequent niet-gebruiken van vrouwelijke verwijswoorden de maatschappelijke werkelijkheid ontkennen, zeker nu het percentage vrouwen binnen de rechtspraktijk blijft toenemen.
Destijds stelde de Hoge Raad de aangereikte suggesties te zullen bespreken, maar het gebruik van de term raadsheer is tot op heden nog altijd niet geschrapt. Reden waarom in april 2021 een groep van advocaten, rechters en juristen opnieuw aandacht voor het onderwerp heeft gevraagd door middel van de hierboven genoemde social media actie. Naar aanleiding van die actie zijn in juni vorig jaar Kamervragen gesteld door D66, PvdA en GroenLinks aan de destijds demissionaire minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker. Zijn antwoord op deze vragen luidde dat hij zich kon voorstellen dat raadsheren van andere seksen dan de mannelijke het gebruik van deze functietitel als niet-passend en niet correct kunnen ervaren. Ook deelde hij de mening van de groep dat sekseneutrale titels voor rechters inmiddels beter aansluiten bij de realiteit, nu deze functie door personen van alle seksen wordt uitgeoefend. Vanuit het oogpunt van passend, inclusief en helder taalgebruik lag het volgens hem in de rede de wijziging van de titel raadsheer naar een of meerdere sekseneutrale titels na te streven. Maar omdat de begrippen «raadsheer» en «raadsheren» in verschillende wetten voorkomen en ook in de op die wetten gebaseerde lagere regelgeving, was volgens hem een uitgebreide wetgevingsoperatie nodig. Gelet op zijn demissionaire positie heeft hij het echter aan het nieuwe kabinet gelaten hierover een beslissing te nemen. Wel sprak hij met de Raad voor de Rechtspraak over de mogelijkheid van de wetswijziging en vroeg hij het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de mogelijkheid van sekseneutrale functietitels in het rechtsbestel te onderzoeken.
Nieuw verzoek
Omdat het nieuwe kabinet inmiddels al enige tijd is gevormd en het onderwerp nog niet was opgepakt, zag de actiegroep zich deze maand genoodzaakt een brief aan minister Weerwind te schrijven. Daarin hebben zij hem verzocht de benodigde wijziging van de wet voort te zetten. De groep heeft het verzoek tot wijziging van de termen gestoeld op de verdragsrechtelijke verplichting zoals genoemd in het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen. In dat verdrag is bepaald dat de wetgever verplicht is de praktische verwezenlijking te verzekeren van gelijkheid van mannen en vrouwen door middel van wetgeving of met andere passende middelen. Ook behoort de overheid zich volgens dit verdrag te onthouden van elk discriminerend handelen jegens vrouwen. Hoewel deze argumenten zijn toegespitst op de verhouding man/vrouw, pleiten de deelnemers van de groep ook breder tegen de discriminerende werking van mannelijke functietitels ten opzichte van alle andere genders.
Hoewel de groep zich realiseert dat het kabinet veel omvangrijke dossiers moet oppakken, stellen de deelnemers ervan dat hun onderwerp van fundamentele aard is en dus bij de aandacht voor ‘inclusieve’ rechten op velerlei maatschappelijke gebieden past. Zij roepen de minister op om met hen te overleggen over de vraag welk groot maatschappelijk belang gediend zal zijn met spoedige aanpassing van wet- en regelgeving. Het is afwachten of deze archaïsche titels nu echt zullen worden gewijzigd. Het ABB houdt jullie op de hoogte.