In deze rubriek beoordeelt het ABB advocatenseries op bingewaardigheid, juridische inhoud en suspense. In deze editie bespreken we Partner Track, een voorspelbare juridisch-romantische Netflix serie. Let op: bevat minimale spoilers.
Tekst: Nick van den Hoek
In Partner Track volgen we het leven van Ingrid Yun, senior associate M&A op een prestigieus advocatenkantoor in New York City. Ingrid – zesdejaars – hoopt dit jaar haar levenslange droom waar te maken door (junior) partner te worden. En dat betekent: werken, werken, werken, de managing-partner pleasen en je collega’s aftroeven. Daarnaast valt Ingrid als een blok voor good guy Nick en twijfelt ze aan die relatie door geflirt met bad boy Jeff. So far allemaal erg clichématig, maar het kijkt niet onaardig weg.
Toch ontbreekt het in deze serie niet helemaal aan inhoud. In een indrukwekkende scene in aflevering vier leest advocaat Tyler zijn collega en frat boy Dan bijvoorbeeld de les over institutioneel racisme en het fenomeen white fragility. Die term is in 2011 bedacht door de Amerikaanse academicus Robin DiAngelo voor defensieve reacties die witte personen kunnen geven wanneer zij worden aangesproken op racisme of rassenongelijkheid.
Ook Ingrid zelf krijgt te maken met microagressies op kantoor. Zo wordt ze door een cliënt aangezien voor paralegal en vraagt hij haar een fles bruiswater te halen. In een andere scene vraagt Ingrid zich af waarom ze wordt geïntroduceerd als proud female Asian American lawyer, in plaats van lawyer. Het is vanzelfsprekend goed dat de serie aandacht vestigt op problemen die minderheden ondervinden op de werkvloer. Volgens onderzoek van Bloomberg Law zijn mensen van kleur in Big Law op partnerniveau nog altijd sterk ondervertegenwoordigd en wordt op dat gebied maar mondjesmaat vooruitgang geboekt. De serie kreeg echter – juist op dit punt – ook kritiek, mede vanwege de twee oppervlakkige witte mannen op wie Ingrid valt (‘It seems like a White person’s idea of diversity’).
Qua juridische inhoud scoort de serie onder het gemiddelde. Jammer is de keuze om niet elke aflevering nieuwe juridische geschillen centraal te stellen, maar de behandeling van enkele zaken uit te smeren over tien afleveringen. Zo lang boeit de overname van een concurrent door een olieconcern niet.
Al met al worden de personages niet erg uitgediept en is de verhaallijn voorspelbaar. Aardig is de aandacht die er is voor de morele aspecten van het vak, maar ook dat onderdeel komt maar matig tot zijn recht. De serie draait voornamelijk om de geromantiseerde levensstijl van de hardwerkende happy few in NYC. De serie is daarom niet voor niets vergeleken met het zoetsappige Emily in Paris. Ons oordeel: prima vermaak voor een avondje bankhangen, maar absoluut geen must see.
Bron: BBC/Netflix