Indien een advocaat een beroepsfout maakt, dient hij voor een passende oplossing te zorgen. Dat het zorgen voor een dergelijke oplossing die advocaat niet ontslaat van onderwerping aan de tuchtrechter blijkt uit een recente uitspraak van de Raad van Discipline Amsterdam van 12-10-2015 (www.tuchtrecht.nl; ECLI:NL:TADRAMS:2015:237).
In de betreffende zaak werd de advocaat gevraagd beroep bij de rechtbank in te stellen tegen een lopende bestuursrechtprocedure. De advocaat beloofde dit te doen maar diende het beroepschrift per abuis een dag te laat in, waarop zijn cliënt zich heeft beklaagd bij de Deken.
De advocaat erkende de fout en stelde, naar eigen zeggen, vervolgens alles in het werk om de fout op te lossen. Zo werd zelfs aangeboden een eventuele nieuwe bezwaarprocedure (indien een nieuwe aanvraag voor een traplift zou worden gedaan en wederom zou worden afgewezen) kosteloos te zullen behandelen. De Raad is echter van oordeel dat de advocaat misschien wel zorgvuldig heeft gehandeld bij het oplossen van de klacht, maar nog niet zorgvuldig genoeg. Zo had de advocaat de inhoud van het door hem met zijn cliënt gevoerde gesprek en de geboden oplossing voor zijn fout schriftelijk moeten bevestigen en had hij zijn cliënt erop moeten wijzen dat hij het dossier ter beoordeling aan een andere advocaat had kunnen voorleggen. Immers, gedragsregel 11 schrijft voor dat ‘de advocaat die bemerkt dat hij tekort is geschoten in de behartiging van de belangen van zijn cliënt, zijn cliënt op de hoogte moet stellen en hem, zo nodig, moet adviseren onafhankelijk advies te vragen’.
Het keurig proberen op te lossen van een beroepsfout is, hoewel te prijzen, onvoldoende wanneer dit niet voldoet aan de maatstaven van gedragsregel 11. De klacht leverde een waarschuwing op.
door Benjamin Bijl