Vrijdag 2 juni was het weer zover: een enthousiaste spreekster sprak een grote groep leden van de Jonge Balie Amsterdam toe over de conclusies uit haar proefschrift over de ontwikkeling van dierproeven door de afgelopen decennia heen. De lezing werd georganiseerd in combinatie met Holland Festival, waardoor de leden na de lezing naar de toneelstelling Drive Your Plow Over the Bones of the Dead bezochten.
Tekst: Elzemieke van de Ridder
In 2021 promoveerde Anne van Veen met haar proefschrift Of Mice, Monkeys & Better Science. Nonhuman Animal Experimentation and Its Alternatives in The Netherlands (1950-2020). Nadat zij in 2011 is afgestudeerd aan de Universiteit Utrecht, keerde Anne in 2016 als PhD-kandidaat terug naar de Universiteit Utrecht. Gedurende haar hele opleiding en professionele leven heeft zij geprobeerd haar passie voor zowel kunst als voor wetenschappen te verenigen. Zo combineerde zij ook tijdens haar promoveren het meer traditionele wetenschappelijke onderzoek met choreografisch onderzoek.
Waar ging de lezing over?
Voordat we het kunnen hebben over dierenrechten, moet we het eerst hebben over de vraag: wie bedoelen we eigenlijk met ‘dieren’? Daarom opende de lezing met de vraag ‘Ben jij een dier?’, een vraag waarover Van Veen eerder een kunstinstallatie maakte. 76% van het publiek beantwoordde deze vraag met ‘ja’. Dat is interessant, aangezien wettelijk gezien een strikt onderscheid moet worden gemaakt tussen mensen en (andere) dieren, waarbij alleen mensen rechten hebben. Daarnaast is het zo dat voor de Wet op de dierproeven (Wod) niet alle dieren als zodanig gelden. Oorspronkelijk vielen alleen niet-menselijke gewervelden onder de Wod, maar inmiddels vallen ook koppotigen (zeeweekdieren als inktvissen, octopussen) daaronder, omdat men ervan overtuigd raakte dat deze soorten ook pijn kunnen ervaren.
De lezing vervolgde met uitleg over de totstandkoming en ontwikkeling van de WoD. De ethische weging speelt een belangrijke rol in deze wet: wegen de belangen van een proef op tegen het leed? De wet zegt echter ook dat de intrinsieke waarde van het dier als uitgangspunt moet worden genomen. Voor ethische commissies bleek dit erg ingewikkeld en onduidelijk. Als gevolg daarvan vonden er weinig ethische discussies plaats in deze commissies en keek men vooral naar de kwaliteit van het onderzoek. Om de moeilijkheid van de ethische weging te ervaren, mocht het publiek ook stemmen over een proef op 3.500 knaagdieren die binnen de ethische commissie discussie opriep. Interessant is dat 90% dacht dat de proef was goedgekeurd (wat klopt), maar dat slechts 30% de proef zelf zou goedkeuren. Hierna volgde nog een aantal ‘mag dit?’ vragen over andere dierenzaken, zoals het afbranden van krulstaarten van varkens, het afschieten van zwerfkatten, etc.
Gevolgen voor wetgeving
Deze vragen waren een overgang naar een discussie over onze toekomstige relatie met dieren. Hoe willen we als mensen samenleven met andere dieren en wat zou dit betekenen voor wetgeving? Van Veen schetste drie opties: dierenwelzijn, dierenrechten en interspecies democracy. Als de focus wordt gelegd op dierenwelzijn, dan verandert er vrij weinig. Er komt wellicht meer wetgeving om het welzijn van (sommige) dieren te beschermen, maar de rechtspositie van mensen en dieren verandert niet. Bij een dierenrechten-benadering ligt dit anders. Dan zouden niet-menselijke dieren rechten krijgen, bijvoorbeeld het recht op geen eigendom te zijn. Interspecies democracy houdt in dat andere dieren worden erkend als politiek actoren, wat betekent dat er wordt gezocht naar vormen van zowel directe als indirecte representatie. Ook hierover mochten de deelnemers weer hun mening geven. Eerst werd gevraagd naar welke toekomst hun voorkeur uit zou gaan. De verdeling was als volgt: welzijn: 48%, rechten: 35%, democratie: 17%. Vervolgens werd echter gevraagd om de vraag te beantwoorden vanuit het perspectief van een niet-menselijk dier. Wat zou een koe, kat of rat voor toekomst willen? Dit zorgde voor een verschuiving, met name van rechten naar democratie: 41%, 14% en 45%. Sommige luisteraars gaven aan dat zich moeilijk kunnen voorstellen wat bijvoorbeeld een koe zou willen of hoe dat er dan uit zou zien. Gelukkig hebben we dan de kunsten om ons te helpen ons voorstellingsvermogen te vergroten!
Wat is de belangrijkste take-away?
Hoewel er al meer dan honderd jaar discussie is over wetgeving met betrekking tot dierenzaken, is de rechtspositie van niet-menselijke dieren al heel lang hetzelfde, namelijk dat van ‘zaak’. Er zijn echter ook meer gelijkwaardiger relaties tussen mensen en andere dieren mogelijk, waarvoor zowel wetgeving als democratische instituties zullen moet veranderen.