Interview met Danny Hoekzema

In februari richtte Danny Hoekzema de Stichting Recht voor Klimaat op, een collectief van advocaten en juristen dat zich wil inzetten voor het klimaat. Inmiddels heeft Recht voor Klimaat meer dan 300 leden en negen commissies. De redactie van het ABB ging langs bij Hoekzema om te horen of de organisatie inmiddels op de rails staat. Hoekzema pleit voor een geëngageerde en pragmatische benadering van advocaten en juristen bij het tegengaan van klimaatverandering.

Tekst: Jeroen Jung

Danny Hoekzema

Hoe gaat het nu met Recht voor Klimaat?

“Mijn aanvankelijke these blijkt te kloppen: door advocaten en juristen een platform te bieden kun je hen in staat stellen om nieuwe inzichten te ontwikkelen waarin duurzame, of duurzamere, uitkomsten in lijn worden gebracht met cliëntbelangen. Stel dat er bijvoorbeeld inbreukmakende goederen tegengehouden worden bij de haven in Rotterdam: eigenlijk is dan de standaardoplossing dat er contractueel wordt vastgelegd dat alles wordt vernietigd. Maar is dat nu echt nodig? Of wil de rechthebbende eigenlijk vooral zeker weten dat die neppe merktasjes niet verkocht gaan worden? Of je die tasjes nu in de fik steekt of er een parkbankje van maakt, dat maakt die rechthebbende eigenlijk helemaal niet uit. Door commissies te starten waarin je samen met een breed scala aan respectabele juristen onderzoekt hoe je dat soort afspraken moet insteken kun je uiteindelijk tot een set afspraken komen waarvan een derde advocaat of jurist denkt: dit durf ik wel over te nemen. Met Recht voor Klimaat proberen wij een platform te organiseren waarmee we dit soort initiatieven over de hele breedte van het recht proberen te vergemakkelijken. Onze commissies zijn nu van start en op 25 juni komen de koplopers van alle commissies voor het eerst bij elkaar om de tussenstand op te maken.”

Is er veel animo bij de Amsterdamse Balie?

“Het is natuurlijk een nationaal initiatief. Er zijn nu iets van 300 mensen die zich hebben aangemeld, dat vind ik best wel veel animo, zeker omdat er op dit moment nog maar weinig concreets is. Dus we moeten vooral de verwachtingen waarmaken en overtreffen. Wij hebben zelf wel de ambitie om in het rijtje van NJCM, Clara Wichman en Lawyers for Lawyers thuis te horen qua vakgebied overstijgende en maatschappelijk georiënteerde juridische organisaties, want uiteindelijk zou iedereen hier iets mee moeten gaan doen.”

Gaan jullie ook strategisch procederen?

“Het is misschien wel goed om te zeggen dat wij geen procedures gaan starten, juist omdat we het heel belangrijk vinden om juristen vanuit alle hoeken en rangen en standen aan te spreken. Als wij gaan procederen kunnen bepaalde Zuidas-advocaten bijvoorbeeld in de clinch komen met de verschillende belangen die zij dienen, terwijl dat een groep is die wij juist óók nodig hebben. Een tijdje geleden bijvoorbeeld maakte Unilever bekend dat zij patenten hebben waardoor je ijs op een dusdanige manier kunt ontwikkelen dat je het minder koel hoeft te bewaren. Zij hadden die patenten natuurlijk voor zichzelf kunnen houden. Maar Unilever heeft toen gezegd: nee, als wij dit delen en zo veel mogelijk andere organisaties ook ijs gaan maken wat je niet zo koel hoeft te bewaren, dan kan de temperatuur in de vriezers omhoog. Dat soort juridische keuzes en adviezen worden natuurlijk nog steeds op de Zuidas gemaakt.”

Binnenkort nodigen jullie de advocaten van Milieudefensie in de Shell-zaak uit[1].

“Ja. Zij gaan vertellen hoe zij de zittingsdagen in het hoger beroep hebben ervaren en gaan meer vertellen over waarom ze bepaalde keuzes hebben gemaakt. Het is een uitgelezen kans om een kijkje in de keuken te krijgen. Ik denk dat heel veel advocaten met één oor hebben meegeluisterd met wat daar gebeurt en het was natuurlijk ook echt groot in het nieuws. Dus wij vinden het echt heel tof dat zij bereid zijn om wat tijd voor ons te nemen.”

Krijgt u ook negatieve reacties op het initiatief?

“Het interessante aan de positie die we nu gekozen hebben is dat je er niet echt tegen kunt zijn. Iedereen realiseert zich wel dat we iets moeten doen. We hopen met Recht voor Klimaat uiteindelijk gewoon te bereiken dat een hele grote massa iéts doet.”

In een opinie in het FD[2] vroeg u zich – op persoonlijke titel – hardop af of het nog juridisch houdbaar is om bedrijven bij te staan die de klimaattransitie tegenwerken. U vermeldde daarbij het gebrek aan sturing van de Nederlandse Orde. Heeft u naar aanleiding daarvan iets van de Orde gehoord?

“Naar aanleiding van die opinie, die ik heb geschreven met Jasper Teulings, strategic director bij een grote filantropische instelling in het VK, werd hij uitgenodigd voor een rondetafelgesprek waarbij ook iemand van de Orde aanschoof. Wat je daaruit hoort is dat er heel veel terughoudendheid is, omdat sturing zou impliceren dat wij dan als advocaten een vooroordeel zouden vormen ten opzichte van het gedrag van onze cliënten, en dat iedereen het recht op verdediging heeft. De Orde reageert wat mij betreft te voorzichtig door de discussie uit de weg te gaan. Dat is zonde, want er zijn goede voorbeelden beschikbaar. De Orde van Advocaten in Engeland heeft bijvoorbeeld richtlijnen opgesteld die advocaten van handvatten voorzien. Het lijkt me goed als ook de Nederlandse Orde dergelijke instrumenten gaat onderzoeken. Ook als je als Orde heel goed kan uitleggen waarom je geen sturing gaat bieden, is dat prima. Maar mogen we het er gewoon niet over hebben terwijl we met een gigantisch probleem zitten?”

Vindt u dat frustrerend?

“Nee hoor. Maar als je je afvraagt of wij in Nederland op de troepen vooruit lopen, dan denk ik: nee, het is heel behoudend en onder een aantal dogma’s, zoals het recht op een advocaat, gaan we de discussie uit de weg. Ik vind dat we hier juist vanuit onze staatsrechtelijk rol als beroepsgroep over moeten nadenken.”

Wilt u nog iets anders vertellen?

“Het gaat met de Stichting gewoon heel goed. Het pad ligt uit en nu moeten wij dat gaan bewandelen. Ik heb niet het idee dat er te weinig enthousiasme is, of dat er te weinig commissies zijn. Wij zijn bezig met het organiseren van structurele funding, zodat iemand hier fulltime mee kan bezig zijn. Dat helpt uiteindelijk om de organisatie te professionaliseren. Iedereen doet het in zijn vrije tijd, maar het vergt gewoon heel veel tijd zo’n organisatie op te zetten. We zijn nu bezig met het organiseren van een secretariaat, maar daar zouden we het liefst nog wel een stapje verder gaan.”

[1] https://rechtvoorklimaat.nl/agenda/advocaten-van-milieudefensie/

[2] https://fd.nl/opinie/1503351/kun-je-grote-vervuilers-nog-juridisch-bijstaan

Foto bergen: Mickaël Martino / Pexels.com