In de rubriek De Robijnen Bef interviewt het Baliebulletin juristen die al 40 jaar of langer in het vak zitten. Deze maand is het woord aan Stef Henselmans.

Naam kantoor: Henselmans Advocaat

Stef Henselmans is gespecialiseerd in het personen- en familierecht en in het psychiatrisch patiëntenrecht.

 

Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen?

“Na mijn eindexamen atheneum wilde ik eigenlijk geschiedenis gaan studeren. Maar dan zou ik waarschijnlijk na de studie voor de klas komen te staan. Dat leek mij niet zo aantrekkelijk. Hoewel ‘Recht’ geen vak was op het atheneum, intrigeerde dat begrip mij. En met Nederlands recht kon je veel kanten op, zoals de advocatuur, de rechterlijke macht, justitie en het bedrijfsleven. Als student had ik een heel interessante praktijkstage op een advocatenkantoor. Op dat kantoor ben ik als advocaat-stagiaire gaan werken. Dat was een geweldige tijd!”

Welke zaak is u het meest bijgebleven?

“Kort gedingen vond ik altijd het spannendst. Maar het ging meestal om geld, of meer of minder. Uiteindelijk zijn dat toch geen zaken die er echt toe doen. Ik heb een keer in hoger beroep een moeder bijgestaan, van wie kinderen uit huis waren geplaatst. Ik slaagde erin dat ongedaan te maken, waarna de moeder weer met haar kinderen werd verenigd. Zij was dolgelukkig en was mij daar zeer dankbaar voor.”

Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent?

“In mijn advocatenbestaan is de ontwikkeling razend snel gegaan. Van typemachine, computer, mobiele telefoon naar laptop en smartphone. Afschaffing van de verzoeningscomparitie bij echtscheiding – dat kan je nu toch bijna niet meer voorstellen? – en afschaffing van het procuraat – we hadden geen correspondenten meer nodig, Nederland blijkt toch een piepklein landje te zijn! De ontwikkeling die nu optreedt, met AI, zal de advocatuur blijvend veranderen: huis-tuin-en-keuken-advocatuur zal verdwijnen, want daarvoor zal een ‘potje AI’ volstaan.”

Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat?

“Nu nog wel. Tenminste zolang de gefinancierde advocatuur blijft bestaan. Verder zal het vak van advocaat worden gekoesterd zolang de rechtsstaat overeind blijft en Nederland een beschaafd land zal blijven. Maar met het populisme aan de macht vrees ik wel voor aantasting van de rechtsstaat en dus ook van het instituut van de advocatuur.”

Wat vindt u het leukst aan uw vak?

“Het leukste van het vak is toch dat je mensen helpt met hun juridische problemen. Maar ook de vrijheid en zelfstandigheid als vrije beroeper spreekt mij aan. De rechterlijke macht is ook boeiend, maar dan ben je als ambtenaar toch veel meer ingekapseld – en verdien je minder!

Er is veel te doen over de pensioenleeftijd. Wat vindt u de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat?

“De advocaat moet zelf weten wanneer hij met pensioen moet gaan. Zolang hij goed functioneert mag hij van mij doorgaan na zijn pensioenleeftijd. Maar hij zal signalen van aftakeling ter harte moeten nemen – denk aan Biden! – en moeten stoppen voor hij brokken maakt.”

Heeft u nog tips voor jonge advocaten?

“Jazeker, die heb ik. Ten eerste, zorg dat je het dossier van haver tot gort kent, dan heb je – hopelijk – een voorsprong op de wederpartij en de rechter en het behoedt je voor onaangename verrassingen, bijvoorbeeld in kort geding. Ten tweede, probeer altijd een geschil in der minne op te lossen. Dat is altijd beter dan het op een vonnis laten aankomen, waarvan de uitslag ongewis is. Bovendien kun je met de onderhandelingen de grenzen van de zaak goed verkennen! En tot slot, als je je afvraagt of je wel ethisch handelt, stel je dan voor dat je bij de tuchtrechter staat, die jou vraagt waarom je hebt gedaan wat je gedaan hebt. Dan voel je op je klompen aan of het al dan niet deugt.”