We zien de nodige Engelse rechtbankdrama’s op TV en in de bioscoop en het ABB wilde wel eens weten wat een proces in een Engelse rechtbank nu juridisch gezien zo anders maakt dan een Nederlandse proces en wat de verschillen zijn tussen een Nederlandse advocaat en een Engelse barrister. Omdat één van onze redacteuren, namelijk Diederik Palstra, gekwalificeerd is als solicitor èn als barrister, leek hij de aangewezen persoon om ons een aantal van de verschillen te verklaren tussen barristers en advocaten en tussen Nederlandse procedures en Engelse procedures. In het september-nummer van het ABB volgt ter illustratie een beschrijving van een strafproces in de Old Bailey dat hij deze zomer bijwoonde.         

Tekst: Diederik Palstra

Ik had niet echt een reden om me te kwalificeren als solicitor, behalve een voorliefde voor alles wat Engels is en ergens het idee om mijn praktijk in die richting uit te breiden. Van dat laatste is het nog niet echt gekomen, maar ik mag me inmiddels wel solicitor noemen. Alsof dat niet genoeg was, ben ik me vervolgens ook nog eens als barrister gaan kwalificeren. Veel praktisch nut had dit niet want een barrister voert uitsluitend procedures in de Engelse rechterlijke instanties en wie schakelt daar nu een Nederlandse transactieadvocaat voor in, die toevallig ook barrister is? Interessant was het echter wel, met name vanwege de grote verschillen tussen het Engelse en het Nederlandse procesrecht. 

Opleiding

Om barrister te worden, hoef je merkwaardig genoeg geen rechten te hebben gestudeerd. Dat geldt overigens ook voor solicitors. Het volstaat om na je studie een Law Conversion Course van een jaar te doen. Vervolgens doen zij die barrister willen worden de Bar Professional Training Course (‘BPTC’) van een jaar, samen met de mensen die wel afgestudeerd zijn in rechten. Zij die solicitor willen worden, doen de Legal Practice Course van een jaar. Ik heb eens begrepen dat ongeveer vijftig procent van de solicitors geen rechten heeft gestudeerd. Ik weet niet wat het percentage bij barristers is, maar het zal waarschijnlijk ongeveer hetzelfde zijn. Er wordt in Nederland wel eens bepleit om het beroep van advocaat ook open te stellen voor mensen die geen rechten hebben gestudeerd, maar in Engeland is dat dus al langere tijd het geval. 

Pupillage

Na het succesvol afleggen van de BPTC ben je pupil barrister en kun je aan een pupillage beginnen. Een pupillage is het opdoen van praktijkervaring gedurende twee keer zes maanden (‘sixes’) bij een chamber. Er zijn veel minder pupillages beschikbaar dan er kandidaten zijn, dus het is uiterst lastig om zo’n pupillage te bemachtigen. Tijdens een pupillage is het daarnaast de bedoeling dat de pupil barrister in diens Inn minimaal tien ‘qualifying sessions’ bijwoont. Dit waren traditioneel altijd formele diners volgens de strikte regels van de Inn, vaak gevolgd door een lezing over een juridisch onderwerp. Tegenwoordig organiseren de Inns of Court ook trainingsweekends die als één of meer qualifying sessions tellen. Als dit is volbracht, kan de officiële ‘Call to the Bar’ plaatsvinden door de Inn. Nadat de pupillage is afgerond, kan de pupil barrister een ‘tenancy’ aangeboden krijgen, waarna deze een volwaardig, zij het junior, barrister is. Overigens is dit niet de route die ik heb genomen. Als je zoals in mijn geval al solicitor bent, kun je een Bar Transfer Test doen om barrister te worden, en dat heb ik gedaan. Deze komt dan in de plaats van de BPTC en je hoeft geen pupillage te doen.

De kosten voor de studies om barrister te worden zijn erg hoog en veel beginnende barristers hebben dan ook een torenhoge schuld wanneer ze zijn afgestudeerd. Bovendien ben je als barrister self-employed en dat betekent dat je er zelf verantwoordelijk voor bent om werk binnen te halen. Dat is in de eerste jaren, wanneer je nog geen naam en netwerk hebt opgebouwd, niet eenvoudig. In die eerste jaren zul je daarom niet veel verdienen, ook al hangt dit wel af van het vakgebied waarin je als barrister werkzaam bent. Vooral de criminal barristers hebben het financieel zwaar, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de commercial barristers. Dit alles brengt met zich mee dat het nog steeds (maar wel in mindere mate dan vroeger) vooral voor de gegoede klasse is weggelegd om barrister te worden. Vooral de criminal barristers zijn ontevreden over de tarieven. Er vond de laatste jaren in Engeland daarom een grote strijd plaats over de tarieven voor de gefinancierde rechtshulp. Veel van de criminal barristers verdienden minder dan het minimumloon. Dit culmineerde in 2022 in een grote staking door de criminal barristers[1].

Crime barristers protesteren in juli 2022 voor het Londense Supreme Court. TV-persoonlijkheid en barrister Shaun Wallace spreekt het publiek toe. (foto: Wikipedia / MassiveEartha)

Instructies

Barristers kunnen in beginsel alleen ingeschakeld worden door een solicitor[2]. Dat is één van de redenen waarom procederen in Engeland zo duur is. De solicitor bereidt de zaak voor en geeft instructies aan de barrister. Het is niet ongewoon dat de barrister de cliënt pas voor het eerst ziet op de dag van het proces. De barrister is echt uitsluitend een advocate en treedt alleen op in de rechterlijke instanties. Het ‘guiding principle’ voor de barrister daarbij is “to promote fearlessly and by all proper and lawful means the lay client’s best interests and to do so without regard to their own interests”[3].

Inns of Court

Barristers zijn altijd lid van één van de vier Inns of Court in Londen. Deze bevinden zich vlakbij elkaar in het centrum van Londen in historische gebouwen. Dit zijn Middle Temple, Inner Temple, Lincoln’s Inn en Gray’s Inn. Het is zeer de moeite waard daar eens doorheen te wandelen. Het is alsof de tijd er sinds Charles Dickens en Samuel Johnson heeft stilgestaan. Deze Inns of Court zijn de plaatsen waar de meeste barristers in Londen werken en soms ook wonen, ook al zijn er steeds meer chambers buiten de Inns. Vroeger werden alle barristers volledig opgeleid in de Inns of Court. Tegenwoordig doet de universiteit dat. Elke Inn heeft een dining hall, library, chapel en bar, en ook worden er veel juridische maar ook sociale activiteiten georganiseerd.

Gray’s Inn

 

Lincoln’s Inn

 

Chambers

Alle barristers zijn in beginsel sole practitioners die slechts verenigd zijn met de andere barristers in hun chambers als kostenmaatschappen. Dit dient om hun onafhankelijkheid te bewaren. Het is hen niet toegestaan een partnership aan te gaan met andere barristers[4]. Een cruciale rol in de chambers speelt de clerk die het werk onder de barristers verdeelt. Deze clerks moeten het werk ook voor een groot gedeelte binnenhalen bij de solicitors en spreken ook de fees voor de werkzaamheden af. Een goede clerk is dan ook zeer gewild en wordt erg goed betaald.

Wear

Een barrister draagt een wig (pruik), stiff collar (stijve kraag), bands (bef) en een gown (toga). Dit is niet alleen een traditie en dient niet alleen om het respect voor de rechtspraak te benadrukken. De barristers zien het ook wel eens als bescherming, omdat zij op deze manier minder snel herkend zullen worden door mensen die minder tevreden zijn over hun werk. Zo had Australië de wig en de gown afgeschaft in de Family Law Courts maar nadat kort daarna een rechter werd vermoord door een ontevreden partij in een procedure, hebben ze het maar weer snel ingevoerd[5].

Aanspreekvormen

Het is van groot belang dat de rechter correct wordt aangesproken. Gaat dit mis bij het examen om barrister te worden, dan is er een grote kans dat je het examen over moet doen. Rechters in een Magistrate’s Court worden aangesproken als “Your Worship” of als “Sir/Madam”. Circuit Judges en Recorders als “Your Honour”. Een rechter in het High Court is doorgaans een “Justice of the High Court”[6] en wordt aangesproken met “My Lord” of “My Lady” en “Your Lordship” of “Your Ladyship”. De rechter in de Court of Appeal is een “Lord Justice” of “Lady Justice”. De rechters in het Supreme Court zijn “Lord” of “Lady” en worden aangesproken met “My Lord” of “My Lady”. De opposing counsel wordt door een barrister in een procedure geaddresseerd als “My Learned Friend”. Barristers noemen elkaar overigens alleen bij de achternaam wanneer zij elkaar buiten de rechtbank tegenkomen.

Procedurele verschillen met Nederland

Meer mondeling dan schriftelijk

In Engeland is een procedure veel meer een mondelinge dan een schriftelijke aangelegenheid, ook al neemt dat met name in civiele procedures wel af. Barristers dienen daarom zeer eloquent en adrem te zijn (‘thinking on your feet’). Er zijn ook ontzettend veel boeken geschreven over hoe een barrister de rechter of de jury het beste kan overtuigen, waarvan de bekendste ‘The Art of the Advocate’ is van Richard Du Cann. Om die reden zijn moot courts, waar Engelse rechtenstudenten deze vaardigheden leren, ook zo belangrijk in de Engelse rechtenopleiding. Overigens is er daarbij wel een groot verschil tussen het overtuigen van een rechter in een civiele procedure en het overtuigen van een jury in een strafproces. Het eerste is vooral een intellectueel debat op hoog niveau in juridisch jargon en het tweede is meer theatraal en in gewone mensentaal, waar de criminal barristers ook nog wel eens een acteercursus of opleiding hebben gevolgd om hun vaardigheden in het overtuigen van een jury te verbeteren. Mocht u overwegen een proces in een Engelse rechtbank bij te wonen, dan heeft een strafproces dus aanzienlijk meer entertainment value.

Bewijsvoering door getuigen

In Nederland worden getuigen in beginsel door de rechter gehoord, waarna gelegenheid wordt geboden aan de advocaten om ook vragen te stellen. In Engeland zijn het in beginsel alleen de barristers die de getuige vragen stellen[7]. Eerst vindt er een examination-in-chief plaats door de barrister die een beroep op de getuige doet, door middel van het stellen van veelal open vragen, zoals bijvoorbeeld de volgende:

“How did the accident happen?”

“What was the effect on your capacity to work?

Vervolgens vindt er een cross-examination plaats door de barrister van de wederpartij waarin deze het getuigenbewijs probeert te ontkrachten door het stellen van gesloten vragen. Daarbij zou deze opposing counsel in dit voorbeeld de volgende vragen kunnen stellen:

“Do you see yourself in this video footage of a rugby match?“

“Isn’t it true that you play rugby every week and have done so for the past year?”

“And is it therefore not true that your claim for disability benefits is completely fraudulent?”.

Daarna vindt er een re-examination plaats door de eerste barrister om de door de cross examination ontstane schade zoveel mogelijk te beperken (wat in dit voorbeeld lastig zou zijn).

Disclosure

Wij hebben natuurlijk artikel 843a Rv (dat per 1 januari 2025 wordt vervangen door de enigszins ruimere regeling van 162a, 162b en 162c Rv) op grond waarvan ‘bepaalde bescheiden’ kunnen worden opgevraagd, voordat een geding aanhangig is gemaakt. De verzoeker moet echter wel op de hoogte zijn van het bestaan van deze ‘bepaalde bescheiden’. Een ‘fishing expedition’ is niet mogelijk. Engeland kent een andere regeling. In het kader van disclosure moet een partij aan het begin van de procedure op eigen initiatief alle documenten die relevant zijn voor de zaak disclosen aan de wederpartij die in zijn bezit zijn of zijn geweest of in het bezit van iemand anders zijn of zijn geweest en die verplicht is deze aan deze partij te geven. Dit betreft zowel documenten die diens zaak ondersteunen en documenten die diens zaak niet ondersteunen. Dit geldt ook voor de Crown Prosecution Service (“CPS”, het Engelse Openbaar Ministerie) in strafzaken.

Dit is een belangrijk verschil met Nederlandse procedures. Het is ook een reden waarom procedures in Engeland duurder zijn en meer tijd in beslag nemen. Nu is het wel zo dat bij ons op grond van art. 21 Rv in een procedure alle voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid moeten worden aangevoerd. Dus ook de feiten die niet in het voordeel van deze partij zijn.

 

Further reading

Richard Du Cann: ‘The Art of the Advocate’ (Penguin, London 1993);

The Secret Barrister: ‘The Secret Barrister’ (Macmillan, London 2018);

Peter Lyons: ‘Advocacy – A Practical Guide’ (Wildy, London 2019);

Keith Evans: ‘The Language of Advocacy’ (OUP, Oxford 1998);

Keith Evans: ‘The Golden Rules of Advocacy’ (OUP, Oxford 1993);

Michael Hyam: ‘Advocacy Skills’ (OUP, Oxford 1990).

 

Noten

[1] Zie over de precaire positie van de criminal barristers en het criminal justice system in Engeland in het algemeen: The Secret Barrister: ‘The Secret Barrister’ (2018).

[2] Er is in beperkte gevallen rechtstreeks public access van een cliënt naar een barrister mogelijk; zie rC119-rC131 van de Bar Standards Board Handbook (“BSB Handbook”). Overigens is het al sinds langere tijd zo dat ook solicitors kunnen procederen, zij het, zonder aanvullende training, alleen in de lagere gerechten. Dit zorgt voor een spanningsveld tussen barristers en solicitors want de laatste ‘stelen’ het werk van de eerste, is de perceptie onder barristers.

[3] gC22 BSB Handbook.

[4] gC131 BSB Handbook: “Members of chambers are not in partnership but are independent of one another and are not responsible for the conduct of other members.” Er zijn overigens wel ‘employed barristers’ die gewoon als werknemer in dienst zijn van een bedrijf or instelling (zoals de CPS).

[5] Rob McQueen: “Of Wigs and Gowns: A Short history of Legal and Judicial Dress in Australia”, p. 51.

[6] Tenzij het een rechter in het Insolvency and Companies Court betreft, dan is het gewoon “Judge” en “Your Honour”.

[7] Er zijn allerlei regels over hoever je mag gaan in het voorbereiden van een getuige op het getuigenverhoor. Zie bijvoorbeeld rC9.4 van het BSB Handbook: “You must not rehearse, practise with or coach a witness in respect of their evidence.” En rC9.3 van het BSB Handbook: ” You must not encourage a witness to give evidence which is misleading or untruthful.