“Iedere advocaat krijgt de client die hij verdient”, en “Doe af en toe een Robin Hoodzaak”. Of je het nou levenslessen of clichés noemt maakt mr. Roland Mans (1969) niet zoveel uit. “Ik heb zelf gekozen voor de term ‘aforismen’, maar dat komt vooral omdat ik de ondertitel “De advocatuur in 88 aforismen” mooi vond allitereren.” Op 28 november wordt zijn boek “Alleen blaffen als je kan bijten” gepresenteerd bij zijn Amsterdamse kantoor Corten De Geer Advocaten.
Het idee voor het boek ontstond toen Mans zijn vierde stagiair opleidde. Hij dacht na over welke advocatenwijsheden hij haar allemaal wilde leren en maakte daar een lijstje van. Die lijst had hij verrassend snel bij elkaar, en toen kwamen er ook nog suggesties van kantoorgenoten bij. De vierde stagiair (mr. Noa Visser) prikte die lijst op de muur naast haar bureau. Toen hij merkte dat die losse wijsheden haar niet zoveel zeiden, is Mans ze gaan opschrijven en voilà: 88 aforismen. Het ABB neemt er, voorafgaand aan de boekpresentatie samen met Roland Mans alvast drie onder de loep.
“58. Geef een fout toe”
In het stukje over fouten toegeven beschrijf ik twee situaties waarin het niet toegeven van een fout de zaak alleen maar erger maakt. Die situaties gaan over anderen, maar dat betekent niet dat ik zelf nooit een fout maak! Ik zag laatst in een café een bordje hangen met de tekst “Een dag niet geblunderd is een dag niet geleefd.” Dat vond ik wel treffend. Ooit deed ik een zaak over een geschonden afstandsnorm waarbij ik een rekenfout had gemaakt: ik had de tekening van A3 naar A4 gekopieerd en toen klopte de schaal niet meer. Dit bleek jammer genoeg pas op de zitting. De rechter wees mij op de fout, de cliënt zat erbij en toevallig ook nog een hele klas rechtenstudenten. Poeh… Toen heb ik mijn fout gelukkig meteen toegegeven. Toch zijn er altijd weer situaties waarvan je denkt: dat had ik anders moeten aanpakken. Een paar jaar geleden, mijn schoonmoeder was daags ervoor overleden, deed ik een zitting en die liep voor geen meter. Dat viel de client ook op, en die sprak mij daarop aan. Terecht! Ook toen heb ik mijn fout toegegeven; ik had die zaak nooit moeten doen. Had ik mezelf toch weer overschat. Ach, dat is ook gelijk het mooie aan ons beroep: je blijft leren.”
“48. Een goede jurist is nog geen goede advocaat”
“Een belangrijke les die ik van mijn eigen patroon leerde. Als beginnend jurist was ik vooral bezig met de juridische waarheid. Ik had onvoldoende oog voor de verschillende belangen die spelen in een zaak, en dat die belangen meestal financieel van aard zijn. Tijdens de rechtenstudie en ook tijdens de opleiding tot advocaat, leer je eigenlijk veel te weinig om in termen van belangen te denken. Ik denk daarom dat het goed zou zijn als iedere advocaat ook een mediation-opleiding volgt, al was het maar het theoretische deel. Hoeveel conflicten er dan niet in het beginstadium opgelost zouden worden: wat zou dat een zegen zijn!”
“54. Een carrière als advocaat is een loopbaan, geen renbaan”
“Helaas moet je sommige lessen aan den lijve ondervinden”, zegt Mans. In aforisme 54 schrijft hij over zijn burn-out en depressie. En dat je de advocatuur alleen lang volhoudt als je regelmatig de voet van het gaspedaal haalt. Wat Mans betreft zou er wel wat meer aandacht mogen zijn voor het psychisch welbevinden van advocaten. “In een van de andere aforismen staat ook dat ik voor de belangen van mijn cliënten wél hard en soms zelfs genadeloos opkwam, maar voor die van mijzelf bijna nooit. Dat geldt voor veel advocaten. Advocaten zijn doorgaans ambitieuze mensen, die het beste willen geven, en dan komen daar nog perverse prikkels zoals targets bij: allemaal valkuilen. Advocaten staan vaak onder grote druk. Het zou goed zijn als daar in de opleiding meer aandacht aan besteed wordt.”
Het boek “Alleen blaffen als je kan bijten” is vanaf 28 november te koop.