In deze rubriek worden advocaten die 40 jaar in het vak zitten in het zonnetje gezet. Deze keer:
1. Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen
Van jongs af aan heb ik interesse voor de contouren van recht en onrecht en de mogelijke subjectieve percepties van de werkelijkheid gehad.
2. Welke zaak is u het meest bijgebleven?
Grote overnames, faillissementen en procedures ten spijt, is een grote strafzaak tegen een cliënt mij het meest bijgebleven. Ik was daar als civilist slechts zijdelings bij betrokken. Van nabij heb ik zo wel mogen zien hoe zwaar deze zaak door politie en OM werd georkestreerd. Naar mijn blijvende overtuiging is de cliënt ten onrechte veroordeeld en, nog erger, voor het leven zowel psychisch als fysiek geheel gebroken. Grotere strafzaken lijken meer algemeen een alibi te zijn geworden voor de publieke steniging. Dat werpt de beschaving wat mij betreft enkele millennia terug in de tijd.
3. Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent.
De advocatuur heeft door een extreem sterke specialisatie en bijvoorbeeld de navolging van de Angelsaksische praktijk met eigen ‘bijbels’, zijn eigen werk gecreëerd en in prijs aanzienlijk kunnen verhogen. In hoeverre de kwaliteit van de rechtspleging daardoor vooruit is gegaan, is maar de vraag. In ieder geval is, in samenhang met de kosten van rechtsbijstand en de regeldrift van de wetgever, de toegankelijkheid en begrijpelijkheid van het recht sterk verminderd. Dat geldt niet alleen voor de burger of mkb-er, maar ook voor bestuurders van grote ondernemingen en overheidsinstanties. Is er bijvoorbeeld nog wel iemand die na de crisis het totale overzicht over het financiële recht heeft? Terugkeren op deze weg is echter zeer moeilijk zo niet onmogelijk.
4. Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat.
Ik denk dat de overheid vooral onvoldoende rekening houdt met het vak van de rechter. Er is sprake van een overbelasting door tijdsdruk, omvang en complexiteit, die de kwaliteit niet altijd ten goede komt. Dat heeft op zijn beurt invloed op het vak van de advocaat. De gevolgen zijn zeer divers. Bijvoorbeeld, er zijn rechters die mij bij een ingewikkelde zaak vragen in vertrouwelijkheid te klankborden. Maar er is ook de rechter die bij pleidooi letterlijk meldt ‘eigenlijk niet geïnteresseerd’ te zijn in de repliek.
5. Wat vindt u het leukst aan uw vak? Indien u het allemaal overnieuw zou mogen doen, zou u dan een ander beroep hebben gekozen?
De veelzijdigheid en flexibiliteit vind ik het mooist. Contact met de maatschappelijke en menselijke werkelijkheid en tegelijk intellectuele uitdagingen. Die behoefte aan veelzijdigheid geldt voor mij temeer omdat ik de advocatuur na mijn stage goed heb kunnen combineren met het zijn van beeldend kunstenaar met bijv. een oeuvreprijs op de Triënnale van Rome. Ook had ik ruimte te promoveren en ben ik plv. raadsheer in opleiding geweest. Dat alles naast een rijk familieleven. Er is geen reden voor spijt.
6. Er is veel te doen over de pensioenleeftijd; wat vindt u de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat.
Dit verschilt. Dat gezegd hebbend meen ik dat sommige grote kantoren hun partners wel erg vroeg wegsturen. Dat heeft iets van dis-loyale leeftijdsdiscriminatie. Er zijn ook advocaten die moeilijk lijken te onderkennen wanneer hun eigen snelheid van geest en het tijdsgevoel tanende zijn. Oók de advocatuur is een zwaar en veeleisend beroep. Ik vermoed dat de grens gemiddeld het beste iets vóór de huidige aow leeftijd zou moeten liggen. Ik onderken in ieder geval dat het einde voor mij met rasse schreden nadert.
7. Heeft u nog tips voor (jonge) advocaten?
Ik heb in de 40 jaar als mens en advocaat het meest geleerd van een meerdaagse cursus interview technieken. Dat hielp niet alleen in de contacten met de cliënt en de wederpartij. Je leert opvattingen te relativeren of zelfs eenvoudig te vervalsen, sneller door te dringen tot de kern, veelvuldige miscommunicaties te onderkennen en vermijden, eigen vooroordelen buiten spel te zetten en, last but not least, je leert jezelf beter kennen.