In deze rubriek worden advocaten die 40 jaar in het vak zitten in het zonnetje gezet. Deze keer:

 

 

 

 

 

 

 

 

1. Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen

In mijn laatste jaar aan de VU (1979) deed ik mee aan Rechtshulp VU: na een theoretisch tentamen met arbeidsrecht, huurrecht en sociaal zekerheidsrecht ging je drie maanden de praktijk in. Wekelijks een telefoonspreekuur en een spreekuur in een buurthuis. Alles onder begeleiding van 3 advocaten. Leerzaam en inspirerend, omdat je zag hoe je met opgebouwde kennis mensen echt verder kon helpen. De keuze voor de advocatuur was daarna voor mij een logische.

 

2. Welke zaak is u het meest bijgebleven?

Ik vertel nog geregeld over een getuigenverhoor waarbij een onwillige getuige voor de Kantonrechter in Amsterdam was opgeroepen. De getuige verscheen niet, maar de kantonrechter belde de getuige (in zijn auto, begintijd van mobiele telefonie) en maakte hem duidelijk wat er zou gebeuren als hij niet zou verschijnen: nl melding op signaleringslijst van justitie, waarna hij vermoedelijk op een feestdag opgepakt zou worden en een paar dagen in een politiecel op verhoor zou moeten wachten. De kantonrechter vermaande de getuige nog niet “al te hard” te rijden op weg naar de zitting, maar binnen 45 minuten was hij er en van het onwillige was weinig over.

 

3. Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent.

De automatisering, per saldo toch een zegen, en steeds verdere specialisatie, onvermijdelijk, maar je ziet te vaak dat advocaten daardoor de bredere visie op het recht niet hebben en de bruggetjes tussen de rechtsgebieden missen.

 

4. Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat.

“Rekening houden met” is een wat merkwaardige invalshoek, alsof we een beroepsgroep met een handicap zijn. De overheid bemoeit zich “teveel” met de beroepsgroep als het gaat om dreigende inperking van het verschoningsrecht en trekt zich te weinig aan van de groep sociaal advocaten, die onderbetaald worden. Helaas zijn het vaak excessen in de eigen beroepsgroep die de overheid een excuus geven voor maatregelen waar de normale, integere, vakgenoten onder lijden.

 

5. Wat vindt u het leukst aan uw vak? Indien u het allemaal overnieuw zou mogen doen, zou u dan een ander beroep hebben gekozen

Ik zou zeker hetzelfde beroep gekozen hebben. Het is een voorrecht met je kennis en ervaring cliënten, bedrijven en particulieren, vooruit te helpen. Na 40 jaar blijft het leuk om nieuwe clienten te krijgen of een zaak te winnen na lange strijd; bij ons op kantoor slaan we dan op een kolossale gong. Dat compenseert ook voor die keren dat je de rechter niet hebt kunnen overtuigen.

 

6. Er is veel te doen over de pensioenleeftijd; wat vind u de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat.

Die bestaat niet. Kenmerk van het vrije beroep is dat je doorgaat zolang je het met plezier en overgave kunt doen. Wel stoppen natuurlijk vóórdat je vak- of kantoorgenoten je een stille hint geven.

 

7. Heeft u nog tips voor (jonge) advocaten?

Wat wil de klant en hoe bereik je dat? Dat is de centrale vraag. Jonge advocaten moeten leren van het casusgericht denken van de universiteit te schakelen naar clientgericht denken in de praktijk.