In de rubriek De Robijnen Bef interviewt het Baliebulletin juristen die al 40 jaar of langer in het vak zitten. Dit keer is de beurt aan mr. Joan A. Younge.

Naam/kantoor: Mr. Joan A. Jounge

Leeftijd: 68 jaar

 

Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen?

“Mijn familie moest destijds noodgedwongen uit Indonesië vertrekken. In de jaren na aankomst in Nederland ondervonden we regelmatig ‘ongerechtvaardigd onderscheid’. Dat heeft mij gemotiveerd om advocaat te worden: om onrechtvaardigheid te helpen bestrijden. Ik ben na mijn opleiding in een algemene sociale praktijk specialist in asielrecht geworden.”

Welke zaak is u het meest bijgebleven?

“De asielzaak van een Afghaanse vader van een gezin, dat door de burgeroorlog uiteen was gerukt. Op de vlucht waren de gezinsleden verspreid geraakt over verschillende landen, maar ze werden uiteindelijk in Nederland herenigd. Alle gezinsleden kregen een vergunning en werden Nederlander, maar de vader heeft nooit een vergunning gekregen, omdat hij verantwoordelijk werd gesteld voor de mensenrechtenschendingen van zijn regering. De man leidt een schaduwbestaan en heeft diverse zelfmoordpogingen gedaan.”

Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent?

“De saamhorigheid binnen de sociale advocatuur is voor sommige beroepsgenoten helaas niet meer invoelbaar. De sociale advocaten hebben vanouds gezamenlijk gestreden voor ‘recht voor iedereen’ en daarbij konden we op onze hele beroepsgroep terugvallen voor solidariteit en loyaliteit. Ik betwijfel of dat nu nog zo is. De positie van de sociale advocaat is naar mijn mening nog nooit zó precair geweest als nu.”

Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat?

“Als asieladvocaat heb ik de laatste tien tot vijftien jaar het gevoel gehad dat wij slechts werden gedoogd. Het recht op rechtsbijstand is in zijn algemeenheid teruggedrongen tot het allernoodzakelijkste. Daarbij is volgens mij uit het oog verloren dat de ongelijkwaardigheid die daardoor in stand wordt gehouden, leidt tot een verschraling van de rechtsstaat. De kinderopvangtoeslagaffaire had niet tot een dergelijke langdurig bestaande onrechtvaardigheid kunnen leiden, als de signalen die in de juridische verweren aan de orde werden gesteld waren ‘gehoord’ door de overheid. De veronderstelling van de overheid dat de advocaat uit is op zijn eigen voordeel is volgens mij richtinggevend voor de bejegening van de advocatuur in al zijn geledingen.”

Wat vindt u het leukst aan uw vak?

“De menselijke capaciteit om te overleven in andere culturen en met overwinning van zoveel tegenslagen interesseert mij mateloos. Ik heb ook psychologie willen studeren, maar daarmee had ik niet kunnen doen wat ik in mijn praktijk wel kon: de Nederlandse overheid aanspreken namens mijn cliënten die bescherming behoeven.”

Indien u het allemaal overnieuw zou mogen doen, zou u dan een ander beroep hebben gekozen?

“Met mijn achtergrond had ik geen beter beroep kunnen kiezen.”

Er is veel te doen over de pensioenleeftijd. Wat vind u de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat?

“Ik denk dat een ideale pensioenleeftijd niet bestaat. Voor elk individu is het anders. Maar ik zal binnenkort stoppen met mijn praktijk, omdat ik 40 jaar in mijn vakgebied wel welletjes vind.”

Heeft u nog tips voor jonge advocaten?

“Volg je idealen en je intuïtie. Wees loyaal aan je beroepsgenoten en deel je kennis en ervaring met gelijkgestemden. Wees niet te trots om advies te vragen aan oudere, ervarener of slimmere collega’s. Deel ook blijdschap over gewonnen zaken. Neem de tijd om jezelf in balans te brengen en houden: leven is méér dan advocaat zijn.”