In de rubriek De Robijnen Bef interviewt het Baliebulletin juristen die al 40 jaar of langer in het vak zitten. Dit keer is de beurt aan Lidy Trompetter, die sinds 1982 vele jaren een algemene praktijk heeft uitgeoefend.

 

Loopbaan: Lidy Trompetter is sinds 1982 werkzaam als advocaat. Gedurende vele jaren heeft ze een algemene praktijk uitgeoefend, mede op basis van de gefinancierde rechtsbijstand. Ze adviseert nog steeds op allerlei terreinen, maar is tegenwoordig vooral werkzaam op het gebied van de psychiatrische patiëntenrecht. Haar praktijk is gevestigd in het pand van Cleerdin & Hamer Advocaten, waardoor zij altijd een beroep kan doen op de expertise van dit kantoor.

Functies: Trompetter was jarenlang coördinator van de in de regio Amsterdam in psychiatrisch patiëntenrecht gespecialiseerde advocaten.
Eind 2018 was zij mede-oprichter van de Amsterdamse Advocaten Vereniging Psychiatrie (AAVP), en tot medio 2020 bestuurslid van deze vereniging.

Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen?

“Bij toeval kwam ik als secretaresse via een uitzendbureau op advocatenkantoor Nolen aan de Honthorststraat in Amsterdam terecht. Een klein en uiterst plezierig kantoor met een clientèle van onder meer kunstzinnige, kunstminnende en voetballende BN’ers. Hard en toch ontspannen werken, leerzaam bovendien. Mijn interesse was gewekt en ik werd gestimuleerd rechten te gaan studeren. Zo is het gekomen.”

Welke zaak is u het meest bijgebleven?

“Of het mijn meest bijgebleven zaak is, wil ik niet zeggen. Maar een hele bijzondere is een strafzaak waarin mijn nogal wonderlijke, zwijgzame en wereldvreemde cliënt verdacht werd van het om het leven brengen van zijn oma, die in een verzorgingshuis aan andere kant van de stad woonde. Zijn moeder had ongevraagd, en om mij volstrekt onduidelijke reden, de bankafschriften van de cliënt bij mij op kantoor gedeponeerd. Daarmee kon ik aantonen dat hij op de betreffende dag en uur nooit bij zijn oma in de buurt kon zijn geweest. De voorlopige hechtenis werd daarna zeer snel opgeheven en cliënt is niet verder vervolgd.”

Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent?

“De ontwikkeling en respectievelijk verplichting van specialisatie, communicatiemiddelen en databanken. Vrijwel alles kan worden bestudeerd en gecommuniceerd via de pc of laptop. Ook vanwege Covid is er veel minder direct contact met collega’s/confrères en al helemaal niet buiten de eigen vakgebieden. Ofschoon in het nieuwe gerechtsgebouw de koffie- en lunchcorner aantrekkelijker is dan in het oude Parnascomplex, geeft het mij de indruk dat het niet de bedoeling is om daar lang te vertoeven. Snel terug naar kantoor en aan het werk!”

Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat?

“Er is en blijft weinig aandacht en geld voor de sociale advocatuur en daarmee onlosmakelijk verbonden de aandacht voor de onbemiddelde rechtzoekende. Het is triest te constateren dat zeer ervaren en deskundige sociale advocaten de toga aan de wilgen hangen omdat de baten niet voldoende opwegen tegen de kosten.”

Wat vindt u het leukst aan uw vak? Indien u het allemaal overnieuw zou mogen doen, zou u dan een ander beroep hebben gekozen?

“Het vak van advocaat is een prachtig vak. Als de druk van het maken van omzet niet de boventoon voert, kun je in relatieve vrijheid nadenken over wat recht is, wat het kan zijn en wat het betekent voor mens en maatschappij waaraan je je steentje kunt bijdragen.”

Er is veel te doen over de pensioenleeftijd. Wat vindt u de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat?

“Zolang je plezier beleeft aan het werk, geen tijd tekort komt voor andere zaken, de kennis op peil blijft, oren en ogen goed, het lichaam fit en de geest helder zijn, ga dan door. Mits ook anderen van mening zijn dat je nog altijd prima werk levert.”

Heeft u nog tips voor (jonge) advocaten?

“Het is mijn ervaring dat gedegen dossierkennis rust geeft. Je moet de zaken op een rijtje hebben. En vooral niet de hele nacht doorwerken!”