Advocaat Hendrik-Jan Biemond, advocaat bij Allen & Overy en voormalig lid van de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten Amsterdam, was een van de initiatiefnemers van een landelijke oproep begin september voor een betere behandeling van vluchtelingen die naar Nederland komen. Hij en honderd bekende Nederlanders ondertekenden een open brief in De Telegraaf met de vraag “Wat kunnen wij doen?” Het is nu bijna twee maanden later. Wat is er sindsdien gebeurd?

afbeelding interview Biemond

“Maandag 14 september hebben wij een 24 uurs denktank gehouden, een inzameling van ideeën over de vluchtelingenopvang. Een heel programma waar wij rond een aantal thema’s aan mensen van die lijst maar ook daar buiten, zoals vertegenwoordigers van FNV, VNO en CNV, werkgevers/werknemers, universiteiten  bij elkaar hebben gezet om hun denkkracht in te zetten om tot een begin van enkele oplossingsrichtingen te komen.

Die oplossingsrichtingen hebben te maken met de gedachte dat je vluchtelingen niet ver weg uit de samenleving moet houden waardoor ze een ongrijpbare onbekende golf mensen blijven. Je moet hen juist zo snel mogelijk dicht in de samenleving naar je toe halen.

Ja, integreren in ieder geval niet ergens heel ver weg in de bossen of in een groot vakantiepark, maar eigenlijk zo veel mogelijk op laten nemen in de Nederlandse samenleving. Waardoor én de anonimiteit verdwijnt maar waardoor je ook meteen heel snel de toegevoegde waarde kan zien.

Want dat is natuurlijk een ander deel van de discussie. Het voelt heel bedreigend door de onbekendheid en door de hoeveelheid aan vluchtelingen, maar het grootste probleem van dit land is de komende periode niet groei maar juist krimp. Dus we hebben juist heel veel talent en meer impulsen nodig. Dat wordt alleen zichtbaar als die mensen ook aan het werk kunnen, om maar iets te noemen. Dus hoe meer je ze bij de samenleving betrekt hoe meer draagvlak er ontstaat voor het opnemen van vluchtelingen en hoe meer je ook de toegevoegde waarde kan zien.

Het moeilijke is dat daar natuurlijk altijd een korte en een lange termijn in geldt en dat hebben we geprobeerd in de discussie ook wel een beetje uit elkaar te halen. Wij hebben nu een acute crisis maar je moet toch proberen je niet alleen maar te laten leiden door de urgentie van het moment. Je moet toch ook proberen dit op een langere termijn te bekijken en dan kom je wel op dit soort oplossingsrichtingen.

Of ik daar als advocaat een specifieke rol in speel? Helemaal niet. Ik ben eigenlijk daarin als ieder ander die de krant leest, en zoals heel veel mensen heb ik het gevoel gehad ‘ik kan toch maar niet zitten blijven zonder hier iets aan te doen’. Iedereen zoekt dan een manier die het beste bij hem past en mij past het beste om mijn netwerk in te zetten om dit op gang te brengen. En andere mensen die verzamelen weer spullen waar behoefte aan is. Ik ben als advocaat er niet bij betrokken. Ik zit natuurlijk ook niet in die tak van de advocatuur.

De visie en de oplossingsrichtingen zijn overhandigd aan vertegenwoordigers van het kabinet, de gemeente Amsterdam en werkgevers en werknemers, die allemaal hebben gezegd ‘we komen erop terug. Wij gaan daar nu op antwoorden. Het is een soort burgerinitiatief. Een burgerinitiatief dat we vaker in de geschiedenis hebben gekend. Dus aan de ene kant zijn we in afwachting van de reactie, maar aan de andere kant zijn we zelf ook op zoek naar, hoe kan je dit nu verder een gevolg geven, zou je niet toch iets van een mogelijk platform moeten organiseren waar je al die betrokkenen, en daar horen nu ook bij alle verdere burgerinitiatieven, bij elkaar brengt zodat je in ieder geval alle denkkracht vanuit de samenleving hiervoor gebruikt. Het is belangrijk dat we de redelijkheid in het debat blijven houden. Dit is een internationaal probleem, een Europees probleem maar ook een landelijk en een lokaal probleem. Dus je kan alleen maar oplossingsrichtingen bedenken als je dat vanuit al die niveaus doet. Op de website www.24uuronbegrensd.nl staat nog uitgelegd wat onze gedachten bij het initiatief zijn en de laatste ontwikkelingen.

door: Yna Heslinga