Willem Korthals Altes is in mei 1995 voor het leven tot rechter benoemd. Feitelijk betekent ‘voor het leven’ dat je je toga, zodra je 70 jaar oud wordt, aan de wilgen moet hangen. Mr. Korthals Altes heeft zich hiertegen altijd verzet, omdat hij voorvoelde dat hij zijn vak ook na zijn zeventigste verjaardag nog graag zou willen blijven vervullen. Toch volgde december vorig jaar automatisch ontslag, omdat hij de leeftijd van 70 jaar had bereikt. Kort daarna was door de uitbraak van het coronavirus de achterstand bij de rechtbank echter zo opgelopen, dat deze zomer een noodwet is aangenomen die het rechters tijdelijk toestaat om nog tot 73 jaar te werken. Deze kans heeft Korthals Altes met beide handen aangegrepen, zodat hij nu weer als rechter werkzaam is om te helpen de achterstanden weg te werken. Tijd dus om hem te vragen hoe het nu met hem gaat.
Door: Hannah Brenninkmeijer
Hoe gaat het nu met u? Hoe voelt het om weer als rechter aan de slag te zijn?
Na het vak 24 jaar lang te hebben uitgeoefend, vind ik het heerlijk om weer opnieuw aan de slag te zijn. Ik doe af en toe zittingen en houd daarnaast voldoende tijd over voor andere activiteiten. Het is een vak dat me op het lijf is geschreven. Het is echt iets wat ik altijd vreselijk leuk vind om te doen en waarvan ik het heel jammer vond dat ik het niet meer mocht uitvoeren.
Alles trekt mij in het vak aan. Het contact met allerlei mensen en de inhoud van de zaken. Als rechter heb je ook een belangrijke taak. We proberen geschillen op te lossen. Vanzelfsprekend is het oplossen van geschillen in de ene zaak eenvoudiger dan in de andere. Ik denk dat dit echt de belangrijkste taak van een rechter is: geschillen uit de wereld helpen. Mensen daarin proberen te helpen. Dat geldt mijns inziens zelfs in het strafrecht. Daar is eigenlijk sprake van een geschil tussen de staat en verdachte. Je probeert dan een uitspraak te doen die recht doet aan de zaak en aan de persoon van de verdachte waarmee beide partijen kunnen leven.
Of het daadwerkelijk de beste oplossing is, weet je natuurlijk niet. Wat dat betreft, ontvangen we weinig feedback nadat een vonnis is gewezen, bijvoorbeeld van de Raad voor de Kinderbescherming. Maar als beide partijen, in bijvoorbeeld een politierechterzitting, afstand doen van hun recht op hoger beroep, heb ik wel het gevoel dat ik een uitspraak heb gedaan waarmee beide partijen kunnen leven. Dan heb je mijns inziens een goed resultaat bereikt. Dat is mogelijk door in je vonnis goed uit te leggen waarom je een bepaalde beslissing hebt genomen. Daarmee kun je laten zien dat je naar beide partijen hebt geluisterd en wat je met die informatie hebt gedaan.
In dat kader heb ik tot mijn pensioen ook les gegeven in het schrijven van vonnissen. De verliezer moet het vonnis begrijpen en hij moet zien dat je hem hebt gehoord. Het vonnis moet rechtvaardig zijn. Als het dat niet is, moet je het herschrijven. Ik vertelde mijn cursisten dat je het vonnis daarop altijd moet nalopen. Ik vond het heerlijk om de leuke dingen van het rechterswerk door te kunnen geven aan anderen.
Hoeveel uur per week werkt u als rechter?
In principe leid ik op twee dagdelen per maand politierechterzittingen, vaak een ochtend en een middag. Soms duren de zittingen wel langer dan een dagdeel. Laatst had ik nog een ochtendzitting die tot 14.30 uur duurde. Dat kwam omdat het allemaal bewerkelijke zaken waren en dan gaat het niet zo snel. Dan kost het al met al dus ruim een dag. Het kost vooral veel tijd als er meer dan een verdachte in de voorliggende zaken komen opdagen.
Met de rechtbank Noord-Holland heb ik inmiddels afspraken gemaakt over het voeren van civiele comparities in Alkmaar voor één dag per week. In januari 2021 zal ik al mijn eerste zitting doen. Het is daarmee natuurlijk nog steeds verre van een voltijdsfunctie.
Omdat de achterstanden op de sector Strafrecht het grootst zijn, bent u opnieuw werkzaam op uw oude honk. Dit terwijl u eerder had verteld zoveel energie van het Insolventierecht te krijgen, op welke sector u – na een lange periode op de sector strafrecht – tot aan uw verplichte pensioen werkte. Wat vindt u daarvan?
Op dit moment heeft men bij de sector Insolventierecht geen behoefte aan extra inzet. Ik verwacht dat die op enig moment wel zal ontstaan. Dan zal ik hopelijk in dat vak kunnen worden ingezet. Voorlopig vind ik het prima strafzittingen te doen.
U hebt het feit dat u verplicht met pensioen moet op grond van leeftijdsdiscriminatie aangevochten. Inmiddels loopt nog een beroepszaak. Komt daarin op korte termijn een oordeel of is de uitspraak ‘on hold’ gezet, omdat u nu toch al aan de slag bent?
De procedure loopt nog altijd. Het is nu aan de minister om op mijn beroepsschrift te reageren. Uiteindelijk gaat het mij er ook om de mogelijkheid na je zeventigste als rechter te werken een permanent karakter te geven. De huidige tijdelijke wetgeving biedt die mogelijkheid niet.
Hoe vindt u het om nu zelf voor een rechter te staan? Heeft het u ook wat geleerd?
Omdat alles nu nog schriftelijk gaat, heb ik op dit moment niet het gevoel ‘voor een rechter’ te staan. Dat gebeurt misschien pas tegen de tijd dat een mondelinge behandeling is bepaald. Maar dat zal nog wel even duren.
Uit een enquête in 2019 onder de leden van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) bleek dat destijds de meerderheid van de leden tegen verhoging van de leeftijdsgrens was. Waarom wil u de verplichte pensioenleeftijd van 70 jaar dan toch aanvechten?
Ik was en ben geen lid van de NVvR. Het argument was dat leidinggevenden niet in staat zouden zijn om rechter-plaatsvervangers weer te bedanken. Ik vond dat een vrij onzinnig argument.
Wat vindt u van de kritiek van andere rechters dat je als gepensioneerd rechter onvoldoende bij overleggen aanwezig bent en daardoor onvoldoende op de hoogte bent van jurisprudentie?
Ook rechter-plaatsvervangers kunnen bijvoorbeeld jurisprudentiebesprekingen bijwonen en ik doe dat dan ook. Waar nodig kan overleg eveneens plaatsvinden.
Waarom denkt u dat een aantal mensen tegen het aanhouden van oudere rechters is?
Dat vind ik lastig om te zeggen. Ik kan natuurlijk niet in hun hoofd kijken. Ik denk dat ze bang zijn dat oudere rechters niet goed meer zouden kunnen functioneren. Maar ik denk dat echt alleen die rechters doorgaan die weten dat ze het ook helemaal nog kunnen en het daarom ook graag willen.
Hoe werkt het eigenlijk met oudere rechters? Hoe wordt getoetst of zij nog geschikt zijn voor het vak?
In principe wordt met alle rechters jaarlijks een gesprek gevoerd. Dan komt ook je bekwaamheid tot het uitvoeren van het vak aan de orde. Tijdens zo’n beoordeling durven we bijvoorbeeld te bespreken dat je te doof bent geworden voor het uitvoeren van het vak en het daarom niet meer kunt uitvoeren, omdat je niet goed hoort wat de mensen zeggen. Het kan zijn dat de betrokken rechter zich dit tot dat moment onvoldoende heeft gerealiseerd. Gelukkig heb ik zelf nog niet in de positie gezeten.
Ook onderling spreken we daarover. Daarom organiseren we ook altijd een voortgangsmoment voor alle rechters, zodat dit soort dingen aan de orde kan komen. Juist in je eigen omgeving wordt het eerst opgemerkt of je er nog wel bij bent en of je alles nog wel kunt volgen. Met die signalen kunnen we dan wat doen. En daarmee wordt na het beoordelingsgesprek ook wel degelijk wat gedaan.
Wat is de meest opmerkelijke zaak die u zich kunt herinneren?
Uit mijn laatste jaren was dat het faillissement van het Slotervaart Ziekenhuis. Het was natuurlijk geen standaardfaillissement, omdat het om mensen met gezondheidsproblemen handelde. Die moesten allemaal worden geholpen. Dat maakte een en ander heel lastig. Vervolgens heeft ook de gemeente een rol in het faillissement opgeëist. De gemeente vond dat zij in het algemeen belang een belangrijke vinger in de pap zou moeten hebben voor wat betreft de overname van de failliete boedel.
In de beschikking die ik heb gewezen, heb ik het verzoek van de gemeente afgewezen. Dit besluit is cruciaal geweest in de verdere afwikkeling van het faillissement. Nadien is het afgewikkeld als elk ander faillissement en de gemeente speelde daarin geen rol meer. Ik vind dat dit faillissement uiteindelijk op een uitstekende manier is afgewikkeld.
Wat gaat u na uw 73ste doen?
Dat weet ik nog niet. Het is nu natuurlijk een heel rare tijd door de uitbraak van het coronavirus. Ik denk dat ik meer mogelijkheden heb als het leven weer normaal wordt. Dan ga ik alsnog bekijken wat ik ga doen. Daarover kan ik nu eigenlijk nog niks zeggen, want het ligt er ook aan hoe de situatie zal veranderen. Alles wat ik heel leuk vind om te doen, zoals reizen, naar een concert gaan, een etentje, het bijwonen van commissievergaderingen, alles is nu niet of maar beperkt mogelijk. Hopelijk zijn er te zijner tijd weer meer mogelijkheden.
Reizen is één van de dingen die ik graag doe. Voor het geven van een opleiding ben ik naar Suriname gegaan. Als dat zou kunnen, zou ik daar heel graag weer naar teruggaan. Daarnaast zou ik ook heel graag al die andere leuke dingen doen die sinds maart van dit jaar niet meer kunnen.