In aanwezigheid van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid werd op 23 mei de L4L Award 2019 uitgereikt. Winnaar Selçuk Kozagaçlı zit in de gevangenis maar werd vertegenwoordigd door andere – eveneens bedreigde – Turkse advocaten. Voorafgaand aan de uitreiking was er een debat over nut en noodzaak van een Europees verdrag ter bescherming van de advocaat. Ondergraaf je daarmee niet juist al bestaande verdragen, jurisprudentie en soft law?

Auteur: Tatiana Scheltema, journalist

‘We hebben gelijk, we hebben volstrekt gelijk, en we gaan zeker winnen,’ is het standaardzinnetje waarmee advocaat en winnaar van de L4L Award 2019 Selçuk Kozagaçlı zijn pleidooien graag afsluit. Het werd [vorige week] voorgedragen door de Turkse juriste Ceren Uysal, die de prijs namens Kozagaçlı en de inmiddels verboden advocatenorganisatie ÇHD, waar Kozagaçlı voorzitter van is, in ontvangst nam. Kozagaçlı zelf werd op 20 maart veroordeeld tot ruim elf jaar cel vanwege het ‘lidmaatschap van een terroristische organisatie.’

Eerder op de middag stak minister Grapperhaus (CDA) de, eveneens genomineerde Turkse mensenrechtenadvocaten Ramazan Demir, Ali Yildiz en Veysel Ok, een hart onder de riem. ‘U hoeft niet bang te zijn dat deze minister van Justitie alle aanwezigen registreert en laat berechten omdat zij hun grondrechten uitoefenen. In ons land heeft de minister van Justitie geen invloed op het juridische proces, laat staan op de uitkomst ervan. Hij legt verantwoording af aan het parlement en mag na vier jaar blij zijn dat zijn spotprent niet meer dagelijks de voorpagina’s van de kranten siert.’ Hoe anders is de situatie in landen als Turkije, Rusland, Azerbeidzjan, of dichter bij huis: Polen, waar advocaten die (in de ogen van de regering) onwelgevallige zaken aannemen, publiekelijk door de minister van Justitie worden beschimpt. ‘Als Orde bieden wij hen publieke en morele steun,’ vertelt Mikolaj Pietrzak, deken van de Warschause Balie. ‘We schrijven Amicus Curiae-brieven in zaken tegen advocaten of schrijven direct een boze brief naar de vervolgende instantie.’

Bij het schrijven van dergelijke brieven grijpt hij steevast terug op het EVRM, waar de principes van fundamentele rechten en vrijheden impliciet in zijn vervat, zegt Pietrzak. ‘Weliswaar in algemene termen en het is onze taak, en van de rechters, om die principes nog preciezer te verwoorden. Maar die ‘harde’ regels hebben ons de laatste jaren wel gered: zo werd in 2018 voorkómen dat de regering de voltallige Hoge Raad naar huis kon sturen.’

Europese conventie
Om advocaten in de uitoefening van hun beroep beter te beschermen wordt er bij de Raad van Europa al een paar jaar gelobbyd voor een European Convention on the Profession of Lawyers als aanvulling op het EVRM, onder andere door de koepelorganisatie van Europese Balies (CCBE). ‘Daarmee wordt de rol van de advocaat in de rechtstaat expliciet erkend,’ zegt François Moyse van de CCBE. ‘Die wordt nu alleen omschreven in soft law, zoals The Basic Principles on the Role of Lawyers van de VN. We willen dat beter regelen.’

Voormalig rechter bij het EHRM en jurylid van de L4L Award Egbert Myjer is ‘bijzonder pessimistisch’ over het plan – want politiek onhaalbaar. ‘Met bescherming van advocaten wordt nu al, via bestaande verdragen zoals het EVRM of The Convention to Prevent Torture (CPT), rekening gehouden en de huis-tuin-en keukenuitspraken van het Mensenrechtenhof worden, óók in landen waar problemen zijn, redelijk gerespecteerd. Het wordt lastig zodra het politiek wordt. Maar het EVRM opzeggen durven die landen niet, dat zou enorme politieke consequenties hebben. Ik verwacht dat de landen waar nu al problemen zijn, zo’n verdrag misschien wel zullen ondertekenen, maar niet ratificeren. Daar schiet je dus weinig mee op.’

Daar komt bij dat het principe van subsidiariteit ook voor de Europese Conventie zal gelden, zegt Myjer. ‘Dus: los het eerst zelf op, nationaal. Terwijl je ziet dat juist lokale Ordes, of rechters, een dubieuze rol spelen.’

In zijn toespraak refereerde minister Grapperhaus aan de locatie – de Rode Hoed is de oudste schuilkerk van Amsterdam, waarmee hij maar wou zeggen dat Nederland niet altijd een oase van tolerantie is geweest. Met zijn aanwezigheid gaf de minister en voormalig managing partner van Allen & Overy een sterk signaal af: ‘In de kathedraal van de rechtsstaat zijn wij advocaten niet slechts ornamenten, wij vormen het hart van die kathedraal.’

De Turkse media-advocaat Veysel Ok, die in eigen land wordt vervolgd omdat hij in een interview de onafhankelijkheid van aan de AK-partij gelieerde rechters in twijfel had getrokken, pikte het op. ‘U spreekt uw Turkse collega vast wel eens,’ sprak hij tot de minister. ‘Wilt u hem dan vragen om de mensenrechten beter te respecteren? En zeg hem dan ook dat het juridische systeem veel belangrijker is dan het economische systeem.’

Juriste Ceren Uysal nam de prijs namens Kozagaçlı in ontvangst.

 

De presentatie van het jury-rapport.

 

De deelnemers van de eerste paneldiscussie.