Van de advocatuur naar de zorg
Nick Hessing maakte een bijzondere overstap na zijn carrière in de advocatuur. Hij verruilde zijn toga voor een zorgjas. Samen met zijn echtgenote runt hij Geriatand, een succesvolle tandartsenpraktijk gericht op de mondzorg van kwetsbare ouderen die in verpleeginstellingen wonen. Wij spraken hem over zijn tijd in de advocatuur en zijn loopbaan in de mondzorg.
Tekst: Mayk Koria
Na zijn studie belandde Nick bij de sectie ondernemingsrecht van een groot advocatenkantoor op de Zuidas waar hij zich met name bezighield met fusies en overnames. Dat was geen toeval omdat hij tijdens zijn studie al had besloten dat hij in het ondernemingsrecht wilde gaan werken. Het sociaal recht heeft hem nooit geïnteresseerd. Nick werkte het liefst samen met een partner die voornamelijk actief is in Aziatische landen. “Ik werkte weleens voor andere partners, maar dat vond ik niet leuk”, aldus Nick. En hoewel de praktijk waarin Nick actief was veel werk verrichtte voor de Aziatische markt, had Nick daar weinig mee. Voor hem was die markt te formeel, overgestructureerd en vooral omslachtig, bijvoorbeeld omdat cliënten veel vragen hadden. Hij gaf de voorkeur aan ‘Nederlandse en Angelsaksische deals’ vanwege de snelheid.
Geriatand
Na vijf jaar advocatuur hing hij zijn toga aan de wilgen en trok de zorgjas aan. Samen met zijn echtgenote Eline, waar hij al twaalf jaar mee samen is, leidt hij nu Geriatand. “Ik vond de Zuidas al heel lang niet meer leuk. Ik kwam aan het einde van de dag laat thuis zonder een voldaan gevoel. In die periode werd Eline, die tandarts is, door een stichting gevraagd mondzorg aan te bieden aan ouderen in verpleeghuizen.” Nadat Nick een weekend meeging om zijn echtgenote in de verpleeghuizen te assisteren, raakte hij in de ban van de ouderenzorg. Al gauw merkte Nick dat het assisteren van zijn echtgenote in verpleeghuizen, en het poetsen van smerige kunstgebitten van zeer kwetsbare ouderen, hem meer voldoening gaven dan zijn werkzaamheden op de Zuidas. “Ik had meer euforie bij een glimlach van een bejaarde dan bij het closen van een miljoenendeal. Het klinkt misschien gek, maar ik vind het oprecht leuk om rond te lopen in verpleeginstellingen om wat voor zieke ouderen te betekenen. Ik heb me zelfs omgeschoold zodat ik ook zelf mondzorg kan verlenen.”
Gat
Toen de mondzorg in verpleeghuizen door een wetswijziging meer werd gecommercialiseerd, besloot Nick om daarop in te spelen. Dat bleek een gat in de markt te zijn. “We hebben aan het einde van dit jaar ongeveer 20 werknemers en we groeien nog steeds. Voordat we er zelf erg in hadden werd Geriatand een serieus bedrijf. Een jaar geleden hadden we nog niet eens een kantoor en spraken we met leveranciers af op de parkeerplaats voor ons huis. We hebben nu een punt bereikt dat we een manager moeten aannemen zodat ik me meer kan bezighouden met de ontwikkeling van de kwaliteit van onze diensten, in plaats met de dagelijkse gang van zaken.”
Nick kan uitstekend met Eline samenwerken. “We vullen elkaar heel goed aan omdat we dezelfde visie hebben. Zij heeft verstand van tandheelkunde en ik heb meer affiniteit met de commerciële en juridische aspecten van het runnen van een onderneming. Daarnaast lukt het ons goed om privé en zaken gescheiden te houden.”
De weg naar een succesvolle tandartspraktijk is niet makkelijk geweest. In de eerste jaren van Geriatand heeft Nick het runnen van de tandartspraktijk gecombineerd met de advocatuur. Na kantooruren en in de weekenden werkte hij voor Geriatand, waardoor hij geen tijd had voor sociale activiteiten. Achteraf gezien had Nick het anders gedaan, want het combineren van twee veeleisende functies trok een te zware wissel op zijn gezondheid.
Investeringsmaatschappijen
De succesvolle groei van de tandartspraktijk is de concurrenten niet ontgaan. Investeringsmaatschappijen die actief zijn in de mondzorg hebben zich al gemeld. Volgens Nick is er echter nog geen match gevonden. “We merken dat de investeringsmaatschappijen vaak heel andere zorg willen leveren, gebaseerd op omzet en met name winst, terwijl wij persoonlijke aanpak en voor de patiënt de best mogelijke zorgverlening willen bieden. Daarnaast hebben wij het gevoel dat de investeringsmaatschappijen ons niet altijd serieus nemen, omdat Eline en ik jong zijn. Ik heb het idee dat ze denken dat we er de ballen verstand van hebben, omdat we rondlopen in een spijkerbroek en een t-shirt en niet te beroerd zijn om klusjes uit te voeren waar zij een leger aan personeel voor hebben aangenomen. Hoewel dit misschien niet bij de omzet van Geriatand past, past dit wel binnen onze mindset. Gelukkig is die onderschatting onterecht, aangezien wij door blijven groeien en steeds weer nieuwe aanvragen binnenkrijgen. Wij durven anders te zijn en dat werkt goed. If you don’t want to make waves, be mediocre. Be normal and fit in. It takes courage to be different and it takes courage to make waves.”
Advocatuur
Nick sluit een terugkeer naar de advocatuur overigens niet uit. “Ik zou het wellicht langer hebben volgehouden in de advocatuur als ik bij een kleiner kantoor had gewerkt”, vertelt Nick. Want de algemene sfeer op de Zuidas heeft hij niet als positief ervaren. “Hoe hoger je op de ladder staat, hoe stoerder je mag doen en hoe harder je mag schreeuwen. Dat past niet bij mij. Als ik ooit weer in de advocatuur ga, dan doe ik dat waarschijnlijk als eenpitter. Het beoordelen en opstellen van contracten vind ik immers nog steeds erg leuk. Dat doe ik overigens nu ook voor Geriatand, wanneer overeenkomsten moeten worden gesloten met zorginstellingen. Maar dat is wel minder uitdagend dan dat ik gewend was.”
Het is duidelijk dat de Zuidas niet past bij de persoonlijkheid van Nick en hoe hij in het leven wil staan. “Als ik niet de persoonlijkheidstest had gemanipuleerd door precies de algoritmes in te vullen die nodig zijn om binnen het profiel te passen was ik er waarschijnlijk nooit doorheen gekomen. Misschien was dat ook terecht geweest, maar ik wilde bij een groot kantoor werken omdat dat het hoogst haalbare was.” Het valt Nick op dat veel advocaten uit de advocatuur stappen of overstappen naar andere kantoren, omdat ze simpelweg niet passen binnen de organisatie. Dat is zonde van de tijd en het geld van de kantoren die de advocaten hebben opgeleid. Volgens hem moet er daarom in het aannamebeleid meer worden gekeken naar wat de kandidaat wil bereiken in het leven. “Als ik daar meer aandacht had besteed, dan had ik het veel leuker gehad als advocaat.”