Proefproces over rechten voor de natuur  

Er is al enige tijd veel aandacht voor het toekennen van rechten aan de natuur of zelfs rechtspersoonlijkheid aan natuurgebieden. In dat kader werd op 16 oktober 2022 een proefproces georganiseerd in het Amstelpark waarin de vraag centraal stond of aan de bomen in het park rechten zouden moeten worden toegekend. In dit artikel een korte beschrijving van dit proefproces, maar we beginnen bij de achtergrond daarvan. 

Tekst: Diederik Palstra
Foto’s proefproces: Stan Heerkens

Evan Rovers, Marianne Thieme en Mert Kumru.

Wereldwijd zijn er al 400 initiatieven om rechten aan de natuur te geven[i]. Zo zijn er bijvoorbeeld rechten van de natuur opgenomen in de grondwet van Ecuador. Ook zijn er in Canada rechten toegekend aan een rivier en zijn in andere landen rechten gegeven aan bergen en bepaalde diersoorten. In Groot-Brittanië wordt waarschijnlijk aan de rivier de Ouse een speciale juridische status gegeven. In Spanje kreeg de vervuilde binnenzee Mar Menor vorig jaar als eerste Europese ecosysteem een juridisch ‘recht om te bestaan als ecosysteem’. In Ierland is er binnenkort waarschijnlijk een referendum om de bescherming van de rechten van ecosystemen op te nemen in de grondwet[ii]. Ook verschijnen er meer en meer boeken over rechten voor de natuur. Zo heeft de filosofe Martha Nussbaum recent een boek geschreven over dierenrechten[iii]. Daarin beveelt zij onder meer aan dat dieren, net als minderjarigen en handelingsonbekwamen, vertegenwoordigers moeten krijgen die namens hen kunnen optreden in procedures. Daarnaast is deze maand een boek verschijnen van Jessica den Outer over rechten voor de natuur. Jessica den Outer trad in het proefproces in het Amstelpark op als advocaat van de bomen. In dit boek pleit zij voor een ‘ecocentrische benadering in het recht’, waarbij het welzijn van het ecosysteem centraal staat. Zij vindt dat niet alleen de mens, maar het hele aardse ecosysteem het uitgangspunt moet zijn van wet- en regelgeving.

Het idee achter al deze initiatieven is om door rechten toe te kennen aan dieren of de natuur, zij rechtstreeks partij worden in een conflict tussen de mens en de natuur. Op die manier zal de mens gedwongen worden om meer met hun belangen rekening te houden, en volgens velen is dit hoognodig.

Sceptische geluiden

Er zijn echter ook tegengeluiden. Zo vraagt Wouter van Noort zich in zijn Future Affairs nieuwsbrief[iv] af of het recht wel de juiste manier is om de – naar zijn mening – illusoire scheiding tussen mens en natuur recht te zetten. Verandering per rechterlijke uitspraak is volgens hem, zonder de bijbehorende maatschappelijke en innerlijke verandering, uiteindelijk een recept voor conflict. Het zou te makkelijk zijn om dit moeilijke politieke, morele en maatschappelijke werk uit te besteden aan de rechter. Ook Maartje Somers, zijn collega bij de NRC, plaatste in een recensie kanttekeningen bij het nieuwe boek van Nussbaum over dierenrechten[v]. Een concreet voorbeeld van dit sceptische tegengeluid is dat natuurminister Christianne van Wal onlangs speciale rechten voor de Waddenzee afwees.

Hoe rechten aan de natuur toe te kennen?

Foto: Thorsten Kellermann / Pexels

Toch zijn er zoals gezegd veel initiatieven op dit gebied. Aan de natuur kunnen op twee manieren rechten worden toegekend. In de eerste plaats kan worden gedacht aan het in de Grondwet opnemen van rechten voor dieren[vi] en het recht van organismen op een schoon milieu[vii]. Dieren zouden dan grondrechten krijgen zoals mensen mensenrechten hebben. Volgens dierenrechtenjuriste Janneke Vink[viii] zijn de maatschappelijke effecten daarvan echter vooralsnog te onduidelijk. Ook ontbreekt daarvoor nog het draagvlak, ofschoon het debat daarover wel is begonnen[ix]. Toch zijn er al vorderingen gemaakt. Zo stelt artikel 3:2 van het Burgerlijk wetboek dat zaken de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten zijn en tot 2013 werden dieren juridisch gelijkgesteld aan zaken. In 2013 werd hier echter een einde aan gemaakt door een nieuw artikel 3:2a toe te voegen waarin in lid 1 wordt gesteld dat dieren geen zaken zijn. Hieraan werd een lid 2 toegevoegd waarin staat dat de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek over zaken weliswaar ook op dieren van toepassing zijn, zij het “met inachtneming van de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen, verplichtingen en rechtsbeginselen, alsmede de openbare orde en de goede zeden”. In de wetsgeschiedenis wordt dit volgens Janneke Vink zo uitgelegd dat bij politieke beslissingen die gevolgen hebben voor dieren, expliciet aandacht moet worden besteed aan hun belangen[x]. Op deze manier hebben dieren in het Burgerlijk Wetboek indirect al rechten gekregen.

In de tweede plaats kan worden gedacht om aan een natuurgebied rechtspersoonlijkheid toe te kennen. Dit zou dan net zo kunnen gebeuren zoals een vereniging of stichting rechtspersoonlijkheid heeft. Het zou eenvoudig aan Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kunnen worden toegevoegd. Deze rechtspersoon heeft dan een bestuur waarin mensen plaatsnemen die de belangen van het natuurgebied vertegenwoordigen. In de statuten van de rechtspersoon kan dan vervolgens worden bepaald hoe het bestuur invulling dient te geven aan de bescherming van het natuurgebied en wanneer juridische actie ondernomen moet worden[xi]. Ook kan dan vervolgens in de relevante regelgeving opgenomen worden wanneer toestemming of consultatie van het natuurgebied als rechtspersoon is vereist.

Het proefproces

Dit was in het kort de achtergrond van het proefproces dat op 16 oktober jl. in het Amstelpark werd gehouden. De rechtszaak was onderdeel van het project Het Amstelpark – de bomen vertellen hun verhaal, waarbij kunstenaar Elmo Vermijs onderzoekt hoe een juridische status voor bomen – en andere anders-dan-menselijke entiteiten– kan bijdragen aan een betere bescherming van bossen en stadsparken. De rechtszaak vond plaatst in de installatie Parlement van de Bomen, midden in het park. Het idee van dit proefproces was, om 50 jaar nadat het Amstelpark in 1972 ter gelegenheid van de Floriade was aangelegd, namens de bomen de vervuilers van het park ter verantwoording te roepen. Daartoe kwamen die middag juristen, politici, wetenschappers, kunstenaars en het publiek samen.  

In het proefproces traden Jan van de Venis en Jessica den Outer op als eisers namens de bomen. Jan van de Venis is een voormalige Greenpeace-advocaat. Jessica den Outer is een juriste die gespecialiseerd is in rechten voor de natuur. Sem Bakker trad op namens de verweerders Schiphol, Tata Steel, Waternet, NUON en Rijkswaterstaat.

Het rechterlijk college bestond uit Marianne Thieme, Eva Rovers en Mert Kumru. Marianne Thieme is de medeoprichtster van de Partij voor de Dieren en was van 2006 tot 2019 lid van de Tweede Kamer. Eva Rovers is schrijver en mede-oprichter van Bureau Burgerberaad, dat zich inspant voor meer directe betrokkenheid van de burger bij de politiek. Mert Kumru is een VN Jongerenvertegenwoordiger en campagnevoerder voor klimaatgerechtigheid.

Het proces begon aan het begin van de middag. Het was een zonnige, maar frisse dag in het Amstelpark onder een blauwe lucht. Het publiek, dat op boomstammen zat, was van tevoren geadviseerd om toch maar warme kleding en een deken mee te nemen, want van begin tot eind zou het programma al gauw een paar uur in beslag nemen. Nadat het rechterlijk college zitting hadden genomen, opende Marianne Thieme het proefproces en konden Jessica den Outer en Jan van de Venis beginnen met hun pleidooien namens de 6.000 bomen in het Amstelpark. Zij deden dat door pleidooien te houden namens elk onderdeel van een boom: de wortels, de stammen, de bladeren en de sappen. Na elk pleidooi was er een optreden van een artistiek vertegenwoordiger van het desbetreffende onderdeel van de boom.

De eisers

Jan van de Venis verzorgde de pleidooien namens de wortels en de bladeren. Hij legde uit dat wat ondergronds gebeurt cruciaal is voor de boom. Met hun wortels nemen zij water en voedingstoffen op uit de bodem. De wortels hebben daarom schoon grondwater nodig die momenteel is vervuild met onder meer PFAS, medicijnen, ammoniak en stikstof. Een boom zou daarom recht moeten hebben op toegang tot schoon water.

Sem Bakker (l) namens de verweerders, Jan van der Venis en Jessica den Outer vertegenwoordigden de eisers.

Jessica den Outer verzorgde de pleidooien namens de stammen en de sappen van de bomen. Zij stelde dat de belangen van bomen momenteel niet voldoende in acht worden genomen. Een dode boom levert in het huidige kapitalistische systeem meer op dan een levende boom. Dit moet volgens haar dan ook veranderen. We moeten af van de antropocentrische aanpak waarbij we pas waarde aan iets toekennen als het iets voor de mens kan betekenen. Wij nemen volgens haar de belangen van de bomen momenteel onvoldoende mee in onze afwegingen. Wij kijken alleen naar onze eigen belangen en niet die van ander leven. Zij vraagt in haar slotwoord niet om rechtspersoonlijkheid voor de bomen, ze vraagt slechts om in een verklaring van recht te erkennen dat de bomen rechten hebben. Daarmee zou de overheid gedwongen kunnen worden om deze te respecteren.

De verweerders

Namens de verweerders bracht Sem Bakker daar tegenin dat de vordering moet worden afgewezen. Zoals de eisers ook hebben toegegeven, kent het huidige recht geen rechten van de natuur, dus daar kan ook geen beroep op worden gedaan. Ook weten we helemaal niet om wat voor rechten het dan zou moeten gaan. Zolang deze vraag niet kan worden beantwoord, kan deze vordering ook niet worden toegewezen.

De uitspraak

Nadat twee getuige-deskundigen vervolgens uiteen hadden gezet waarom bomen in het ecosysteem zo belangrijk zijn en rechten voor de natuur wenselijk, was het woord aan het rechterlijk college. Na enige beraadslaging verklaarde Eva Rovers de eisers ontvankelijk in hun vordering. Daarna stelde Marianne Thieme dat het onomstotelijk bewezen was dat de bomen schade hadden ondervonden door menselijk handelen. Mert Kumru stelde vervolgens dat uit de Urgenda-rechtspraak blijkt dat de Staat onrechtmatig handelt als het onvoldoende zorg draagt voor een afdoende reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Deze zorgplicht volgt uit het VN-Klimaatverdrag en uit de artikelen 2 en 8 van het EVRM. Dit schept volgens hem een precedent voor deze zaak. Het college meende dan ook dat hier dezelfde lijn uit het Urgenda-arrest kan worden gevolgd met betrekking tot het VN-biodiversiteitsverdrag uit 1993. Daarmee kwam het college tot de conclusie dat de Nederlandse staat, in lijn met dit VN-biodiversiteitsverdrag, de positieve verplichting heeft om de biodiversiteit te bewaken. Een dergelijk bewaking zou goed tot zijn recht komen door rechten van de natuur te erkennen en juridisch vast te leggen. Niet geheel onverwacht gezien de opzet van dit proefproces, concludeerde de voorzitter van het college vervolgens dan ook dat de eisers in het gelijk moeten worden gesteld.

Van dit proefproces is een documentaire gemaakt, die op aanvraag is te bekijken:
https://amstelpark.elmovermijs.com/
Een screening van deze documentaire en een nabeschouwing staan gepland op:
10 mei 20.00 uur bij SPUI25;
13 mei 15.00 uur bij 24H festival op De Ceuvel.

Noten:

[i] Jurgen Tiekstra: “Wij zijn onderdeel van de natuur”; speciale uitgave van Lichtkogel in juni 2022 over rechten van de natuur, pagina 6.  

[ii] Wouter van Noort in NRC Future Affairs – 11 maart 2023. 

[iii] Martha C. Nussbaum: “Justice for Animals” (2023).

[iv] Wouter van Noort in NRC Future Affairs – 11 maart 2023.

[v] Maartje Somers: “Dierenrecht: wat filosofie niet lukt, kan technologie wel verhelpen”; NRC 2 maart 2023. Zo leken haar de plannen van Nussbaum niet erg praktisch uitvoerbaar.

[vi] Zo heeft bijvoorbeeld Duitsland dierenwelzijn in de Grondwet opgenomen.

[vii] Jurgen Tiekstra: “Natuurregelgeving onder de loep”; speciale uitgave van Lichtkogel in juni 2022 over rechten van de natuur, pagina 11.

[viii] Janneke Vink is in 2019 gepromoveerd aan de Universiteit van Leiden op dierenrechten met het proefschrift: “The Open Society and Its Animals”.

[ix] Lars Volborth: “In gesprek met … Janneke Vink”; Novum, 10 december 2020.

[x] Lars Volborth: “In gesprek met … Janneke Vink”; Novum, 10 december 2020.

[xi] Jurgen Tiekstra: “Natuurregelgeving onder de loep”; speciale uitgave van Lichtkogel in juni 2022 over rechten van de natuur, pagina 11.