‘How will the new Dutch evidence rules affect international commercial dispute resolution?’

Het Paleis van Justitie aan het IJdok.

Het Netherlands Commercial Court (NCC) organiseerde donderdag 29 januari in zaal 10 van het Paleis van Justitie aan het IJdok een seminar voor advocaten en andere geïnteresseerden in het NCC. Het seminar vond plaats in het kader van de op 1 januari van dit jaar in werking getreden wijzigingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en in het bijzonder de wijzigingen van het bewijsrecht. Het Engelstalige seminar richtte zich op de impact van deze wijzigingen op de beslechting van internationale commerciële geschillen.

Tekst: Diederik Palstra

Het seminar werd door zo’n veertig advocaten in persoon bijgewoond. Daarnaast konden ook allerlei geïnteresseerden uit het buitenland via een videolink het seminar volgen. De vier sprekers waren:

  • Holger Spamann, professor – Spamann is de ‘Lawrence R. Grove Professor of Law’ aan Harvard Law School, waar hij ondernemingsrecht en corporate finance doceert en waar hij ook zijn PhD behaalde. Zijn onderzoek richt zich op law and economics van corporate governance en de financiële markten en comparative law. Daarvoor was hij advocaat bij een kantoor in New York. Hij is daarnaast gekwalificeerd als advocaat in Duitsland.
  • Han Jongeneel, rechter – Jongeneel doceerde aan de VU van 1986 tot 1997 en is daar ook in 1991 cum laude gepromoveerd op algemene voorwaarden. Hij is sinds 1997 rechter bij de rechtbank in Amsterdam en rechter bij het NCC District Court. Hij is tevens de voorzitter van de ‘Expert group on Civil Procedure of the Dutch judiciary’.
  • Lincoln Frakes, rechter – Frakes heeft als procesrechtadvocaat gewerkt in Amsterdam met een focus op de bancaire, commerciële -en energiesector. Hij was rechter bij de rechtbank Amsterdam en bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch en van 2019 tot 2022 president van het NCC District Court. Momenteel is hij rechter bij de rechtbank Oost-Brabant en daarnaast werkzaam als rechter bij het NCC District Court.
  • Alex Burrough, juridische vertaler en tolk – Burrough is gespecialiseerd in het optreden als tolk in de rechtbank en het vertalen van Nederlandse juridische teksten naar het Engels. Hij was zeer betrokken bij het vertalen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering naar het Engels en het ontwikkelen van de Engelstalige NCC Rules.

De sprekers waren ieder een half uur aan het woord, onder leiding van raadsheer Duco Oranje als moderator.

Holger Spamann: “The myths and reality of common and civil law”

Spamann betoogde dat er behalve de taal eigenlijk helemaal geen fundamentele verschillen zijn tussen het common law systeem (zoals dat geldt in de VS en het VK) en het civil law systeem (zoals dat geldt in veel Europese landen). Dit in weerwil van de enorme berg rechtsliteratuur waarin men deze vermeende fundamentele verschillen heeft geprobeerd te duiden. Volgens Spamann is het meer een kwestie van cultuurverschillen. Hij gaf wel toe dat de juridische procedures in civil law and common law verschillen. Zo heeft de VS een uitgebreide discovery procedure, juryrechtspraak, gekozen rechters, class actions, etc. En als je een opinie van het Franse Court de Cassation bekijkt, is deze volgens professor Spamann vaak niet langer dan één paragraaf, waar het Supreme Court van het VK vaak vele pagina’s nodig heeft. Inhoudelijk is dat volgens Spamann echter anders. Vaak wordt ‘freedom of contract’ als fundamenteel uitgangspunt in de common law genoemd. Daartegenover zou in de civil law dan de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid staan, die inbreuk maken op dit beginsel van contractsvrijheid. Toch is dit volgens Spamann een minder groot verschil dan veel mensen denken. In de common law wereld bereikt men vaak hetzelfde resultaat als in civil law, maar langs een andere weg.

Han Jongeneel: “The new Dutch rules of evidence and their impact on large (international) commercial cases”

Jongeneel besprak de wijzigingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering inhoudelijk, waarbij hij vooral aandacht had voor artikelen 194, 195 en 195a Rv die artikel 843a Rv vervangen en eigenlijk onze ‘discovery’ betreffen. Hij had onderzoek gedaan in hoeverre er in 25 rechtszaken nu eigenlijk een beroep was gedaan op deze discovery en hoe vaak dergelijke verzoeken door de rechter waren toegewezen. Dat gebeurde slechts in een minderheid van de gevallen en de voornaamste reden voor een afwijzing was dat de partij niet voldoende belang had bij de verzochte gegevens.

Lincoln Frakes en Alex Burrough: “The Third Edition of the DCCP translation: approach, terminology and challenges”

Als laatsten spraken Lincoln Frakes en Alex Burrough over de vertaling van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Ze legden uit hoe het proces van vertaling in zijn werk gaat en wat daar allemaal bij komt kijken. Zo gaven zij aan dat het uiteraard van belang is om geen Engelse woorden te gebruiken die te veel juridische bagage hebben in de common law, want dat kan voor verwarring zorgen. Ook moesten ze ervoor waken woorden niet te letterlijk te vertalen, want dan zou het betekenisloos worden. Lincoln Frakes sloot zijn presentatie – niet helemaal serieus – af met de waarschuwing aan advocaten die bij het NCC optreden om vooral geen ‘auxiliary verbs’ meer te gebruiken. Een ‘auxiliary verb’ is een werkwoord dat een betekenis toevoegt aan een ander werkwoord in dezelfde zin. Het woord ‘would’ is een voorbeeld van zo’n ‘auxiliary verb’. Dit kwam hij vaak tegen in processtukken bij het NCC en kan voor verwarring zorgen bij rechters. In Nederland zegt men nog wel eens dat iemand ‘iets gezegd zou hebben’ (wat op zich al wantrouwen uitdrukt), maar dat wordt door de betreffende advocaat in Engelstalige processtukken dan vertaald als ‘[someone] would have said’. Echter, in het Engels verwacht je dan een voorwaarde, als in ‘if my attorney had not forbidden it’.

Burrough hield een betoog waarin hij de NCC Rules treffend vergeleek met het ‘operating system’ van het NCC. Hij sloot af met het verzoek vooral feedback te geven op de vertaling want dat is altijd buitengewoon welkom.

Het betoog van Frakes en Burrough markeerde de afsluiting van het seminar. Het NCC bood de aanwezigen daarna een borrel aan in het restaurant van het Paleis van Justitie.