Geen actieve rol advocaat bij handeling cliënt en dus (toch) niet tuchtrechtelijk verwijtbaar Indien een cliënt zich tot de rechtbank wendt, niet de advocaat zelf, kan dit alsnog betekenen dat zijn advocaat de advocaat van de wederpartij hierover moet informeren. Dat is de uitleg van gedragsregel 15 van de Amsterdamse raad van discipline. Die beslissing in eerste aanleg werd reeds in februari hier besproken[1]. De gewaarschuwde advocaat ging echter in beroep[2].
Nog even kort de feiten. De advocaat stond een onderneming bij in een betalingsgeschil. Na een comparitie van partijen, heeft de onderneming via de fax van de advocaat een wrakingsverzoek ingediend. Volgens de raad was er daarmee sprake van een ‘actief handelen’ door de advocaat bij de indiening van het verzoek. Doordat de advocaat geen kopie van dit verzoek stuurde aan de advocaat van de wederpartij, handelde deze niet in overeenstemming met gedragsregel 15, aldus de raad. De klacht werd gegrond verklaard en de advocaat kreeg een waarschuwing.
In beroep benadrukte de advocaat nogmaals dat hij geen enkele rol heeft gespeeld bij het indienen van het wrakingsverzoek. Het zou zijn gedaan ‘door zijn cliënte, op eigen briefpapier en door zijn cliënte ondertekend’. Omdat hij zich niet tot de rechter heeft gewend, kan gedragsregel 15 volgens hem dus ook niet van toepassing zijn.
Het hof van discipline is een andere mening toegedaan dan de raad. Althans, er zijn andere feiten naar voren gekomen. Het hof ziet de actieve rol van de advocaat in deze kwestie namelijk niet. Gedragsregel 15 bepaalt dat ‘het de advocaat niet is geoorloofd zich in een aanhangig geding anders dan tezamen met de advocaat van de wederpartij tot de rechter wiens oordeel of de instanties aan wier oordeel de zaak is onderworpen te wenden, tenzij schriftelijk en met gelijktijdige toezending van een afschrift van die mededeling aan de advocaat van de wederpartij en voorts zo tijdig dat die advocaat voldoende gelegenheid heeft om op die mededelingen te reageren’.
In beroep is gebleken dat de advocaat niet bereid was tot het indienen van een wrakingsverzoek. Zijn cliënt heeft vervolgens zelf contact opgenomen met het secretariaat van de advocaat om het wrakingsverzoek via de fax in te dienen. De advocaat hoorde dit pas achteraf. Volgens het hof is dit voldoende aanleiding om aan te nemen dat geen sprake is van actief handelen van de advocaat. De advocaat heeft zich daarmee niet tot de rechter gewend en valt daarmee niet onder de reikwijdte van gedragsregel 15. Het hof vernietigt daarmee de beslissing van de raad. Het hof lijkt met deze beslissing duidelijk te maken dat een advocaat zonder een actieve bijdrage hieraan, niet zonder meer verantwoordelijk is voor het handelen van zijn cliënt.
Door Benjamin Bijl
[1] Zie http://www.baliebulletin.nl/tuchtrecht-13/.
[2] Hof van discipline 26 juni 2017, ECLI_NL_TAHVD_2017_121.