Kortgeleden verscheen de zevende druk van ‘Advocatentuchtrecht’. Dit boek bevat de verzamelde tuchtuitspraken van de afgelopen dertig jaar voorzien van commentaar, onder redactie van Floris Bannier en Noa de Leon-van den Berg. Ter gelegenheid van het verschijnen van dit boek – en tevens in het kader van het 300-jarig bestaan van Nauta Dutilh – werd op 15 november een bijeenkomst gehouden bij Nauta Dutilh waarin het verleden, het heden en de toekomst van het advocatentuchtrecht werden besproken. Bij die bijeenkomst werd speciale aandacht geschonken aan em. prof. mr. F.A. Bannier die voormalig deken is van de Amsterdamse Orde van Advocaten en emeritus bijzonder hoogleraar Advocatuur is aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was daarnaast jarenlang als partner verbonden aan Nauta Dutilh.

Tekst: Diederik Palstra

Eén van de co-dekens van de Amsterdamse Orde van Advocaten, Barbara Rumora-Scheltema, opende de bijeenkomst. Zij heette iedereen welkom en memoreerde dat zij het vak advocatuur had gevolgd bij prof. mr. Bannier en nog met hem had samengewerkt. Daarna was Robert Sanders aan het woord, die ging proberen om in 30 minuten 30 jaar tuchtrecht samen te vatten, waarbij hij met name inging op de wijzigingen die het tuchtrecht in de jaren 80 onderging. Vanaf toen werd het tuchtrecht opgedragen aan vier raden van discipline en een hof van discipline. Het berustte dus niet meer bij de lokale orden per arrondissement. De advocaat-leden van de raden van discipline werden benoemd door het college van afgevaardigden uit voordrachten van de raden van de orden in de arrondissementen. Ook werd toen duidelijk dat artikel 6 EVRM ook op de tuchtrechtelijke procedure van toepassing was. Dit betekende onder meer dat de tuchtzitting in beginsel openbaar moest zijn.

Vervolgens hield  Richard Verkijk, raadsheer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en  lid van het Hof van Discipline een betoog over actuele ontwikkelingen in het advocatentuchtrecht op een casuïstische wijze. Ook stelde hij voor om naast de vijf kernwaarden in de Advocatenwet een zesde kernwaarde toe te voegen of deze in elk geval boven ons bureau te hangen. Dit betreft de kernwaarde van rechtsstatelijkheid, om het ethisch minimalisme in de advocatuur tegen te gaan.

V.l.n.r. Adrie van de Streek, Floris Bannier, Agaath Reijnders-Sluis en Barbara Rumora-Scheltema.

Floris Bannier hield tot slot een kort betoog over de toekomst van het advocatentuchtrecht. Zo memoreerde hij dat het tuchtrecht geen strafrecht is en dat dit onderscheid van belang is. Er worden door de tuchtrechter dan ook geen straffen opgelegd, maar maatregelen. De rol van de deken is volgens hem daarnaast altijd zeer belangrijk geweest. De deken heeft een eigen taak en invloed. De bemiddelende rol van de deken is dan ook zeer nuttig. Tenslotte zou hij graag zien dat er minder wrakingsverzoeken worden ingediend. Ze worden zelden gehonoreerd en zijn tijdrovend en vaak nutteloos. Hij riep iedereen op dit voort te zeggen.

Daarmee kwam de bijeenkomst over 30 jaar tuchtrecht ten einde en kon overgegaan worden tot de borrel op deze vrijdagmiddag aan de Beethovenlaan.

Hier leest u een interview met prof. mr. Bannier.