“Met Calimero-gedrag win je niet”
Op 29 januari 2021 bepaalde het gerechtshof Den Haag dat Shell Nigeria aansprakelijk is voor schade die is veroorzaakt door olielekkages in 2005. Aan in elk geval een drietal Nigeriaanse boeren moet de schade worden vergoed en daarnaast moet Shell maatregelen nemen om nieuwe lekken te voorkomen. Deze zaak, die al in 2008 namens de boeren werd aangespannen door Milieudefensie, betekent een kentering van de gevestigde praktijk, waarin multinationals aansprakelijkheid ontliepen voor milieudelicten die zijn gepleegd door dochtermaatschappijen in het buitenland.
Tekst: Luce Smithuijsen
In de voorhoede stond Channa Samkalden, werkzaam bij Prakken d’Oliveira. Wij vragen haar hoe zij de procedure heeft beleefd.
Van harte gefeliciteerd met de uitkomst van deze zaak. Wat vindt u van de uitspraak?
“Er is flink feest gevierd, zowel hier als in Nigeria. Dit is natuurlijk de uitspraak waar we op hoopten, al zijn we er nog niet helemaal. Het is voor mijn cliënten fantastisch dat ze na al die jaren rechtvaardigheid vinden in Nederland, de thuisbasis van Shell.”
Hoe heeft u het ervaren om te strijden tegen een van de grootste multinationals ter wereld?
“Natuurlijk zit er een ongelijkheid in de verhouding tussen de partijen. Maar je moet dat ook niet overdrijven, met Calimero-gedrag win je dit soort zaken niet. Als benadeelde begin je in zulke zaken vaak op achterstand, omdat je niet dezelfde informatie en kennis hebt als de wederpartij en ook niet de middelen om dat gemakkelijk recht te trekken. Maar er zijn mechanismen in ons recht om de balans te herstellen, zoals de exhibitievordering van artikel 843a Rv, en die hebben we – uiteindelijk – effectief weten te benutten.”
Shell heeft voor deze procedure waarschijnlijk een groot team van advocaten ingeschakeld. Hoe hebben jullie deze enorme zaak bij het toch kleinere Prakken d’Oliveira aangepakt?
“Wij werken noodgedwongen met een kleiner team, maar daar zitten ook voordelen aan. De kennis raakt niet verbrokkeld, zoals wanneer je heel veel mensen deelverantwoordelijk maakt voor een stukje van het verhaal. Je moet de zaak zowel op meta- als op microniveau beheersen. Als dat lukt, sta je natuurlijk uiteindelijk wel stevig.”
Wat heeft u gedreven om deze zaak, die tot nu toe dertien jaar geduurd heeft, door te blijven zetten?
“Deze zaak vormt de rode draad van mijn carrière als advocaat en mijn praktijk op het gebied van business and human rights. Ik ben erdoor gegroeid en ermee vergroeid geraakt. Als een zaak zo lang duurt, bouw je vanzelf iets op met je cliënten en andere betrokkenen. De uitdagingen waren voor een belangrijk deel heel juridisch van aard, maar na een telefoontje van een cliënt uit Nigeria over de omstandigheden daar, weet je echt wel weer heel goed waar het om gaat.”
De uitkomst bij het hof is verrassend en zelfs baanbrekend te noemen. Wat denkt u dat uw werk voor de toekomst betekent? Is voor de boeren de kous nu af?
“Het zou mooi zijn als dat zo was, maar waarschijnlijk zijn we er nog niet. De boeren hebben nog geen compensatie gekregen. Maar het einde is voor hen nu wel echt in zicht. Hopelijk kunnen zij snel weer iets gaan opbouwen. Wat de uitspraak verder voor de toekomst betekent, zullen we natuurlijk moeten bezien. Deze uitspraak gaat uiteindelijk puur over Shell in Nigeria. In een nieuwe zaak zal ongetwijfeld weer volop moeten worden gevochten, maar de toon is gezet: hopelijk wordt het voor buitenlandse benadeelden van mensenrechtenschendingen door Nederlandse bedrijven steeds makkelijker om hun recht te halen.”