Reagerend op vragen uit de Tweede Kamer gaven de minister van Justitie en de staatssecretaris van Financiën aan dat er voorlopig geen behoefte bestaat aan een breed onderzoek onder advocaten naar hun betrokkenheid bij constructies als in de gewraakte Panama Papers. Maar wat niet is kan komen.

Tekst: Soeradj Ramsanjhal

Het zal niemand ontgaan zijn: de documenten van het juridisch advieskantoor Mossack Fonseca & Co uit Panama die publiekelijk zijn geworden, hebben de afgelopen tijd tot veel commotie geleid. De reden is dat de klanten van dit advieskantoor hun vermogen en eigendommen tegen een voordeliger manier konden belasten door het toepassen van bepaalde constructies. De personen die in deze documenten worden genoemd liggen daarom onder vuur. Dit zijn zowel politici als andere bekende personen, maar ook ondernemingen en advocatenkantoren.

Het beleidsmatige gevolg van de Panama Papers is dat door politici, zowel nationaal als internationaal, veel wordt gesproken en nagedacht over het tegengaan van belastingconstructies zoals genoemd in de Panama Papers. De commissie voor Financiën in de Tweede Kamer heeft op 19 mei 2016 overleg gevoerd over de voorstellen van de Europese Commissie tegen belastingontwijking. Volgens een onderzoek van het Europees Parlement van vorig jaar lopen de lidstaten door belastingontwijking jaarlijks mogelijk 50 tot 70 miljard euro mis.

panama

Ook Nederlandse toezichthouders zitten hier bovenop. De Nederlandsche Bank heeft de trustsector vorige maand opgeroepen om betrokkenheid bij Mossack Fonseca & Co te melden. De Autoriteit Financiële Markten heeft Nederlandse beleggingsondernemingen gevraagd of zij betrokken zijn bij ‘exotische’ structuren. Betrokkenheid hierbij zou mogelijk de integriteit van dergelijke ondernemingen, maar ook van hun beleidsbepalers (bijvoorbeeld de bestuurders en commissarissen) aantasten.

Kamervragen
De Panama Papers zijn ook aanleiding geweest voor Kamerleden om vragen aan de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Financiën te stellen over het Rotterdams advocatenkantoor dat wordt genoemd in deze documenten. Het Bureau Financieel Toezicht doet onderzoek naar de handelswijze van het betrokken kantoor. Volgens de minister en staatssecretaris is er vooralsnog geen aanleiding om een breder onderzoek te starten naar Nederlandse advocaten en notarissen.

Op korte termijn zullen advocaten en notarissen dus niet het onderwerp zijn van nader onderzoek in het kader van de Panama Papers. Het is niet uit te sluiten dat dit in de toekomst wel het geval is. De ontwikkelingen rondom de Panama Papers zijn dus ook voor advocaten relevant.