Cannabisadvocaat Maurice Veldman over de Wet gesloten coffeeshopketen
Met de Wet gesloten coffeeshopketen maakte de Tweede Kamer verleden maand een historische stap richting uitbreiding van het gedoogbeleid voor cannabis. Mr. Maurice Veldman, specialist in cannabiszaken, over de juridische, politieke en economische implicaties van dit wetsvoorstel.
Tekst: René Zwaap
Al twintig jaar geldt hij als de enige full time cannabisadvocaat van Amsterdam. Mr. Maurice Veldman, partner bij Vink, Veldman & Swier, begon zijn loopbaan in de jaren ’80 als sociaal advocaat in de roerige Staatsliedenbuurt, verdedigde krakers, deed in de jaren ’90 tal van spraakmakende strafrechtzaken, maar is nu al twee decennia honderd procent actief als advocaat voor alles dat raakt aan de markt van soft drugs. Die zaken komen in het algemeen neer op een combinatie van strafrecht en bestuursrecht. Veldman treedt onder meer op als raadsman van de Bond van Cannabisdetaillisten (BCD), een belangenvereniging voor coffeeshophouders, maar heeft ook tientallen individuele coffeeshophouders als cliënt, plus (thuis)telers van marihuana, winkels die medicinale toepassingen van cannabisproducten zoals CBD- en THC-olie verkopen (een spectaculaire groeimarkt) en bedrijven en groothandels die fungeren als leverancier voor kweekbenodigdheden voor het ‘groene goud’.
Wietpas
De afgelopen jaren kruiste hij veelvuldig de degens met het Ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie over het zogeheten ingezetencriterium (in het dagelijkse gebruik de ‘wietpas’ genoemd), een maatregel om buitenlanders te weren uit de coffeeshops, die nu in vier grensgemeenten wordt toegepast. Ook de zogenoemde growshopwet, waarbij bedrijven die artikelen verkopen die kunnen worden gebruikt bij de grootschalige teelt van de hennepplant het risico lopen te worden beschuldigd van overtreding van deze verbodsbepaling, waarop maximaal drie jaar gevangenisstraf staat gesteld, was een regelmatig terugkerend aandachtspunt. Met tal van burgemeesters ging hij in de clinch over het scholenafstandscriterium, de regel dat een coffeeshop zich niet binnen een straal van 250 meter bij een middelbare school mag bevinden. Met de burgemeester van Amsterdam zat hij regelmatig aan tafel om te praten over de epidemische golf van schietincidenten bij coffeeshops, waarbij het de daders wellicht vooral te doen was om misbruik van de regel die de burgemeester hanteerde om coffeeshops die beschoten zijn onmiddellijk voor langere tijd te sluiten. Ook wees hij de Amsterdamse gemeenteraad op de onwenselijke gevolgen van het sluiten van coffeeshops, zoals een opmerkelijke toename van het aantal straatdealers. Hij gaf de Universiteit van Amsterdam opdracht om uitvoerig onderzoek te doen naar de effecten op de openbare ruimte van de vele sluitingen van coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad.
Cobra-effect
Maurice Veldman: ‘In Amsterdam is het aantal coffeeshops de laatste jaren zodanig gedecimeerd dat er allerlei ongewenste nevenwerkingen zijn ontstaan. Wanneer een beleidsmaatregel precies in het tegenovergestelde resulteert dan was beoogd spreekt men wel van een Cobra-effect. De Britse gouverneur in India zette om een cobraplaag te bestrijden een premie op iedere gedode cobra die bij hem werd ingeleverd. Meteen ging de Indiërs massaal op slangenjacht. Het bleek lucratief om zelf cobra’s te kweken in ruil voor de premie. Toen de gouverneur veel te veel slangen kreeg aangeboden schrapte hij de regeling. Maar toen begon de bevolking cobra’s uit te zetten om druk uit te oefenen om de maatregel heringevoerd te krijgen. Aan het eind van de rit had India te kampen met de grootste cobraplaag aller tijden. In het Amsterdamse coffeeshopbeleid zit een zelfde cobra-effect. Hoe meer coffeeshops er worden gesloten, hoe meer dealers er op straat rondlopen. Het is deel van mijn werk om bestuurders en handhavers erop te wijzen dat hun beleid vaak resulteert in precies het tegendeel van wat ze willen bereiken’.
Initiatiefwet Gesloten keten
In het aan repressie winnende politieke klimaat van de laatste jaren werden Veldmans waarschuwingen vaak in de wind geslagen. Maar overwinningen waren er ook. Zo weigerde de Amsterdamse politierechter vorig jaar een cliënt van hem te straffen ondanks dat deze als coffeeshophouder was betrapt op het bezit van bijna 50 kilo hasj, aanzienlijk meer dus dan de binnen het gedoogbeleid toegestane handelsvoorraad van 500 gram. Waarom een bij de Kamer van Koophandel geregistreerd bedrijf straffen voor handel die lucratief is voor de staatskas, redeneerde de rechter. Het hoger beroep dat het OM aanspande volgt binnenkort.
Regulering
Maar het klapstuk kwam verleden maand toen de Tweede Kamer akkoord ging met een wetsvoorstel van D66-Kamerlid Vera Bergkamp tot regulering van de teelt van wiet. Dit initiatiefvoorstel regelt door een wijziging van de Opiumwet het gedogen van de teelt en verkoop van hennep en hasj via een ‘gesloten coffeeshopketen’. De wet maakt een einde aan de situatie dat het bezit en verkoop van een gebruikershoeveelheid cannabis via coffeeshops wordt gedoogd, maar de teelt en aanvoer van hennep naar coffeeshops verboden zijn. Voorgesteld wordt dat bedrijfsmatige telers die bepaalde voorwaarden naleven van de Minister van VWS een ontheffing kunnen krijgen en daarmee niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden.
Eerste Kamer
Maurice Veldman: ‘Dat dit voorstel is aangenomen in de Tweede Kamer is zeer zeker een stap in de goede richting. Maar ik heb sterke twijfels dat het ook door de Eerste Kamer zal komen. Het zal vooral van de VVD afhangen. Op het laatste partijcongres drongen de leden van die partij aan op regulering. Maar de VVD-ministers Opstelten en Van der Steur waren frontaal tegen een verbreding van het gedoogbeleid, en ook premier Rutte houdt de boot af. De PVV ligt ook dwars, en het CDA wil eigenlijk alle coffeeshops sluiten. Dus er is nog een lange weg te gaan. Maar het economische belang is groot. In de Amerikaanse staat Colorado, waar cannabisteelt al is toegestaan, spreek je van een jaaromzet van meer dan een miljard dollar. In het Westland staan de tuinders te trappelen om met gereguleerde wietteelt te beginnen. Die hebben de gespecialiseerde kweekkassen die je nodig hebt, en kunnen ook garant staan voor de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Voor de staatskas zou dat natuurlijk ook aantrekkelijk zijn. Weliswaar verbiedt het Europese Hof dat er btw wordt geheven op een product dat ook met die nieuwe wet nog steeds verboden zou zijn, maar gebruikersbelasting mag wel, en dan heb je het al snel over megabedragen. Dat geld verdwijnt nu nog in de zakken van een happy few. Maar goed, ook als de wet wél door de senaat komt, zal het nog minimaal vijf jaar duren voordat het beleid daadwerkelijk is aangepast. Alle praktische details moeten in een AMvB worden uitgewerkt en er komt daarnaast een overgangsperiode. Dus voorlopig modderen we nog voort binnen de bestaande kaders’.
Bodemprocedure
Momenteel werkt Veldman samen met de civielrechtelijke specialist Jan de Koning aan een bodemprocedure tegen de staat om deze te committeren aan een inspanningsverplichting richting kankerpatiënten die gebaat zijn bij het gebruik van hennepolie. Veldman: ‘De geneeskrachtige werkingen van hennepolie worden wereldwijd erkend, maar in Nederland geldt dit extract van de hennepvezel nog altijd als een harddrug. Hiermee wordt patiënten ernstig schade toegebracht. Met deze procedure willen we de soevereiniteit van de patiënt en zijn recht op gezondheid voorop gesteld zien in het beleid. Bij het wetsvoorstel van D66 zit ook nog een amendement van GroenLinks om wettelijke ruimte te scheppen voor de geneeskundige toepassingen van hennepolie waarin THC en CBD voorkomt in plaats van de patiënten die bij dit medicijn baat hebben te vervolgen als junks. Ook hier is het de hoogste tijd voor regulering. De handel in hennepproducten als medicinale toepassing is booming, maar de wetgever heeft nog een hopeloze achterstand op de praktijk’.